“Schip is territoir”. Observaties ter verdediging van de reputatie van Italië

Aanleiding is de kwestie van de weigering afgelopen week van de Italiaanse regering om de 629 geredde drenkelingen van het schip Aquarius in Italië aan land te laten komen (algemeen bekend, zie bijv. https://nos.nl/artikel/2236170-italie-oogst-kritiek-maar-ook-lof-voor-het-weigeren-van-de-aquarius.html). Volgens minister Salvini (van de onwrikbaar intolerante Lega – nog steeds nadrukkelijk “Nord”) heeft Italië inmiddels meer dan genoeg kooltjes uit het vuur gehaald voor de EU. Laat een ander maar eens wat mensen opnemen, is de gedachte, of liever gezegd: laat de NGO’s de mensen die ze opvissen maar naar hun eigen havens brengen en ze niet steeds op de kades van Italië achterlaten. Niet alle Italianen waren het eens met het harde besluit van de (nieuwe) regering – de burgemeesters van Palermo, Messina en Napels verklaarden zich bereid het overheidsbeleid te trotseren en hun havens open te stellen ( burgemeester van Napels De Magistris, zie http://www.repubblica.it/politica/2018/06/10/news/de_magistris_il_porto_di_napoli_pronto_ad_accogliere_i_migranti_-198662406/?refresh_ce). De Spaanse overheid stelde dat de drenkelingen welkom waren om naar Valencia te komen. En zo konden de Spanjaarden opeens héél sociaal, open en gastvrij voorkomen terwijl ze, verschanst achter hoge hekken in de enclaves Ceuta en Melilla en beschermd door de woeste zee met het Fort van Gibraltar als extra buffer, tot dusver in feite veel te weinig migranten hebben opgevangen. [zie update 18 juni 2018 in eindnoot helemaal onderaan.] Ten koste van de reputatie van Italië. Erger is het misbruik dat de Fransen van de situatie hebben gemaakt. Ongetwijfeld met de bedoeling om toekomstige zwevende kiezers met veel bombarie te demonstreren hoezeer de wereld zou vervallen indien populisten (zoals ook die van Le Pen) aan de macht zouden komen, bestempelde Macron de Italiaanse beslissing als cynisch en onverantwoordelijk. Een prominent figuur in zijn partij En Marche noemde het zelfs “om te kotsen”. En zo kon Italië weer eens fijn dienst doen, in Italië net als in Spanje, om een puntje te scoren voor de eigen politieke belangen.

Gelet op de diplomatieke spanningen tussen Italië en Frankrijk doe ik graag de volgende observaties:

Observatie nr. 1. Italië heeft in de afgelopen twee periodes van de rapportage in absolute aantallen méér asielaanvragen geregisteerd dan Frankrijk.

Ik ontleen mijn informatie aan het rapport over de “Mid-Trends” van juni 2017 van de UNHCR (http://www.unhcr.org/statistics/unhcrstats/5aaa4fd27/mid-year-trends-june-2017.html – p. 16, tabel 7; met een waarschuwing voor voorzichtigheid in de overweging van de gegevens op p 17).

Van de Europese landen registreerde Duitsland in de eerste helft van 2017 het hoogste aantal asielaanvragen, met 101.000, in sterk contrast met de 387.700 in de eerste helft van het jaar ervoor. Op de tweede plaats van Europese landen kwam Italië met 71.200 geregistreerde aanvragen in de eerste helft van 2017 tegenover 49.100 in de eerste helft van het jaar ervoor.  Frankrijk stond op de derde plaats met 43.300 in de eerste helft van 2017.

     jan-jun 2015                 jan-jun 2016             jan-jun 2017

Duitsland             159.900   ––––––       387.700     ––––––       101.100

Italië                        30.100   ––––––          49.100     ––––––        71.200

Frankrijk              niet in tabel                       35.800   ––––––        43.300

Observatie nr. 2. Proportioneel registreerde Italië in de eerste helft van 2017 ongeveer twee keer zoveel geregistreerde asielzoekers dan Frankrijk en grofweg evenveel als Duitsland.

Gerekend naar percentages van inwoneraantallen kom ik uit op bijna 12 geregistreerde asielaanvragen per 10.000 inwoners van Italië tegenover iets meer dan zes per 10.000 inwoners van Frankrijk. De berekening gaat uit van voornoemde gegevens van de UNHCR en, voor de bevolkingsomvang, van countryeconomy.com (https://countryeconomy.com/countries/compare/italy/france?sc=XE92). Het aantal inwoners van Duitsland bedroeg op het eind van 2016 maar liefst 82,521,653. Italië had aan het eind van 2016 een inwonersaantal van 60,589,445. Frankrijk telde toen 66,989,083 inwoners.

Het aantal geregistreerde asielaanvragen per tienduizend inwoners bereken ik als volgt:

Duitsland (1eH 2017). 101.100 asielzoekers gedeeld door 8.252,1653 eenheden van tienduizend inwoners = 12,25 asielzoekers per 10.000 inwoners. Iets meer dan 12 mensen op de tienduizend.

Italië (1eH 2017). 71.200 asielzoekers gedeeld door 6.058,9445 eenheden van tienduizend inwoners = 11,75 asielzoekers per 10.000 inwoners. Bijna 12 mensen op de tienduizend.

Frankrijk (1eH 2017). 43.300 asielzoekers gedeeld door 6.698,9083 eenheden van tienduizend inwoners = 6,46 asielzoekers per 10.000 inwoners. Dat zijn iets meer dan 6 personen op de tienduizend.

Observatie nr. 3. Een deel van de toename van het aantal geregistreerde asielaanvragen in Italië wordt toegeschreven aan de “defensieve” acties van de buurlanden in Europa.

Het UNHCR rapport acht de toename van het aantal geregistreerde asielaanvragen in Italië in de eerste helft van 2017 ten opzichte van de eerste helft van 2016 opmerkelijk:”this increase was not seen in the reported sea arrivals to italy and it is likely that there is now improved registration upon arrival as well as increased controls at land borders in northern italy leading to more people registering their asylum applications in italy and remaining in the country.”

Dat laatste verwijst, voor althans de Franse grens, naar de structurele acties om migranten die de Italiaans-Franse grens proberen over te steken, zoals bij Ventimiglia-Menton, actief op te sporen en terug te sturen. Op 11 juni 2015 heeft Frankrijk daar plotseling en zonder overleg weer grenscontroles ingesteld, in strijd met het Schengen verdrag, met de bedoeling om de doorstroom van migranten vanuit Italië te stoppen. [Zie update 15 juni 2018, aan het einde van deze sectie; de huidige alinea heb ik ook meteen een klein beetje aangepast.] De Italianen hebben herhaaldelijk bezwaar gemaakt tegen deze unilaterale beslissing én tegen feit dat de Fransen bij  tijdens die operaties herhaaldelijk op Italiaans grondgebied komen (lees: de busjes met opgepakte migranten rijden Italië binnen om de mensen daar weer los te laten). Oxfam heeft de situatie net grondig gedocumenteerd met uiteraard specifieke aandacht voor de vele misstanden en schendingen van mensenrechten die in de zaak betrokken zijn (zie de update van 15 juni 2018 hieronder).

Ik heb over die Ventimiglia-Menton kwestie eerder al over geschreven, in een stukje op Facebook, dat ik hier gemakshalve reproduceer. “Aan de poort van de riviera bij Ventimiglia welt een vloed van vluchtelingen op. Melodramatisch gesteld misschien, maar in de afgelopen 5 dagen zijn er voorbij de grens met Italië maar liefst 944 asielzoekers aangehouden door de Franse gendarmerie, Afrikanen vooral, die op weg waren naar Nice. Ze worden opgewacht door de Franse politie die – zonder verder persbericht – zich in versterking hebben opgesteld op het spoorwegstation, in de passen en zelfs op het tolstation van de snelweg. Wie geen goede papieren heeft, wordt “terug gestuurd” naar Ventimiglia. Schengen blijft van kracht, merkt men op, maar de ophaalbrug gaat toch omhoog. En Ventimiglia wordt het nieuwe Lampedusa aan de riviera.” (Facebook 17 mei 2015, met verwijzing naar https://www.corriere.it/cronache/15_maggio_17/confine-francia-blindato-migranti-ue-7ec837b8-fc5e-11e4-9e3e-6f5f0dae9d63.shtml).

UPDATE 15 juni 2018 – Oxfam rapport van Giulia Capitani, “NOWHERE BUT OUT. The failure of France and Italy to help refugees and other migrants stranded at the border in Ventimiglia”

Een dag na het schrijven van dit blogstuk verscheen een “Oxfam briefing paper” van Giulia Capitani over de kwestie van de vluchtelingen en migranten die gestrand zijn in Ventimiglia. De abstract luidt: “In Ventimiglia, near the border between Italy and France, refugees and other migrants are living rough, without access to the most basic services. Women, men and children are ‘pushed’ out of the Italian asylum system, which often fails to meet their most basic needs for safety, information and education. Across the border, the French police meet children with abuse, and send them back to Italy in violation of French and EU law. Stranded, hundreds of people are unable to seek even basic support.” Het rapport is beschikbaar voor download en de lectuur is van harte aanbevolen ((https://d1tn3vj7xz9fdh.cloudfront.net/s3fs-public/file_attachments/bp-nowhere-but-out-refugees-migrants-ventimiglia-150618-en.pdf; cf. http://www.repubblica.it/cronaca/2018/06/15/news/oxfam_polizia_francese_bambini_migranti-199062256/).

Observatie nr. 4. Frankrijk komt de afspraken over de verdeling van asielzoekers – immigranten niet na en dat gaat direct ten koste van Italië (en Griekenland).

Het “Dublin-verdrag” bepaalt dat het land waar de asielzoeker de EU binnentreedt ook verantwoordelijk is voor het in behandeling nemen van de asielaanvraag; verder zijn er in het verlengde van het oorsponkelijke verdrag afspraken gemaakt over het nader verdelen van asielzoekers over de verschillende lidstaten (zie eindnoot). Zoals bekend komt er van die verdeling weinig terecht en daardoor worden vooral Griekenland en Italië onevenredig zwaar getroffen. Ik heb een paar dagen geleden al op Facebook een kaartje van de UNHCR geplaatst (UNHCR: EU Emergency Relocation Mechanism as of 31 December 2017″, https://data2.unhcr.org/en/documents/download/62510). Daarop kun je zien dat alleen Malta 100% scoort en dat Luxemburg (met 99%) en Finland (met 95%) zo goed als voldoen aan de toezeggingen / toewijzingen. Zweden staat aan kop (met 75%) van een groep landen die boven de 50% scoren (Letland 67%, Litouwen 57%, Portugal 51%). Een groep met een ondermaatse score van iets tot ruim onder de helft wordt aangevoerd door Cyprus (45%), gevolgd door Nederland en Estland met beide 44%, Slovenië met 41% en Duitsland met 37%. Met hun trieste scores vormen Frankrijk (25%), België (29%), Roemenië (17%) en, onderin, Spanje (14%) de wat mij betreft een na laagste groep die ik labbekakkerig zal noemen. Compleet onwelwillend mogen we de hekkesluiters van overwegend Midden en Oost-Europa noemen: Kroatië (8%), Bulgarije (5%), Slowakije (2%), Oostenrijk (1%), Tsjechië (0,4%), Hongarije en Polen (0%).

Observatie nr. 5. Schepen zijn verplicht om drenkelingen te redden maar de dichtsbijzijnde kuststaten zijn niet verplicht om de gereddenen op te nemen. 

In de afgelopen jaren hebben we herhaaldelijk de suggestie gehoord dat buitenlandse NGO’s, door in de zee tussen Sicilië en Noord-Afrika migranten uit de gevaarlijke boten halen en ze vervolgens steevast naar (Malta of) Italië te brengen, eigenlijk de functie vervullen van een “veerdienst”. Uiteraard komt die suggestie vaak van Italiaanse zijde, waarbij zelfs de suggestie is geuit dat er sprake kon zijn van samenspanning tussen NGO’s en mensensmokkelaars (https://www.bbc.com/news/world-europe-39686239). Maar ook in Nederland hebben we gehoord hoe een bewindsman de suggestie deed om vooral niet te ver buitengaats te gaan omdat je dan teveel vluchtelingen zou dreigen op te pikken. “Volgens Teeven is het redden van vluchtelingen die de oversteek wagen naar Europa geen taak voor de Europese Unie. ‘We moeten geen veerdienst voor vluchtelingen in stand houden’, zei de staatssecretaris.” (https://www.nporadio1.nl/dit-is-de-dag/onderwerpen/250122-teeven-verkoopt-kletspraat).
Het goed bedoelde “vrijbuiter” gedrag (als het ware) van de NGO’s  gaf de openbaar aanklager van Catania in maart 2018 aanleiding om het schip Open Arms van de Catalaanse hulporganisatie Proactiva (de enige zogenaamd “Spaanse” NGO – dus een Niet-Gouvernementele Organisatie uit Badalona – die toen in dit gebied opereerde: https://www.proactivaopenarms.org/en/who-are-we) in de haven Pozzallo aan de ketting te leggen op beschuldiging van “de bevordering van de clandestiene immigratie en deelname aan een criminele organisatie”. Het schip zou naar aanleiding van een melding van de Italiaanse kustwacht 218 immigranten in lekkende bootjes hebben opgepikt op 73 mijl uit de kust van Libië in weerwil van de instructies van de Libische kustwacht, die daarop ook ter plaatse was gekomen en de drenkelingen ter redding opeiste, gewapenderhand zelfs, met het argument dat men zich bevond in het gebied dat zij ter patrouille aangewezen hadden gekregen. Mogelijk wilden de Libiërs een mooie sier maken of waren ze er in ieder geval op gebrand om in de vervulling van hun plicht serieus te worden genomen.

(https://www.bbc.com/news/world-europe-43455555; https://www.theguardian.com/world/2018/mar/24/proactiva-open-arms-rescue-boat-saved-218-from-drowning-mediterranean-migrants; cf. https://politica.elpais.com/politica/2018/03/18/actualidad/1521407725_373128.html).

Volgens dit verslag van de BBC: “On Thursday, the rescue ship went to help two boats 73 miles off the Libyan coast, after a notification by the Italian coastguard. However the Italians then told the Spanish group’s ship that the Libyan coastguard was in charge of the operation, according to the AFP news agency. Proactiva Open Arms’ founder Oscar Camps tweeted that the Libyan patrol boats threatened to open fire on their rescue dinghies and demanded the charity hand over “the women and children” they had rescued. The group refused. The Libyan Navy, meanwhile, accused Spanish group of “starting a contest with Libyan coastguards to rescue migrants” in an area where the Libyans are the “legally-mandated authority”. “The [Proactiva Open Arms] boat had observed the approach of the [Libyan] patrol boats,” said a statement published on Afrigate News website. “It started to unload two inflatable boats with the aim of reaching the boat carrying the migrants, as if we were not [in the midst] of an operation to rescue humans, but in a [race] to acquire spoils”. The Libyan coastguard eventually called off its operation.” (https://www.bbc.com/news/world-europe-43455555).

In het geval van de Open Arms is door de Italiaanse aanklager aanstoot genomen aan de weigering van de kapitein om de instructies van de Libische kustwacht op te volgen en moedwillig te kiezen – op humanitaire gronden overigens volkomen begrijpelijk wat mij betreft – voor een evacuatie van de drenkelingen naar een haven in de EU. Door de afspraak met de Libische kustwacht wordt “locatie” een moeilijker begrip. De Italiaanse en de Libische kustwacht patrouilleren tot ver voorbij hun eigen wateren.  Algemeen gesproken, dienen schipbreukelingen of drenkelingen naar de dichtsbijzijnde haven te worden gebracht, zo zou de regel van het zeerecht zijn. Italië wordt nu met de Aquarius affaire beticht van het breken van die regel. Maar de NGO’s nemen de regel misschien ook niet altijd even letterlijk wanneer ze de mensen die waren opgevist dichter bij de kusten van Tunesië of Libië toch naar het dichtsbij gelegen punt van Europa brengen. Bovendien is het de vraag of die verplichting bestaat, begrijp ik uit een NRC artikel van 8 juni 2006:

“De International Maritime Organisation (IMO), een VN-organisatie, dwingt kuststaten niet vluchtelingen op te nemen die in hun territoriale wateren zijn opgepikt. Dit zou landen met een lange kustlijn of gelegen aan drukke vaarroutes te veel benadelen. Kuststaten hebben alleen de plicht ‘coördinatie’ en ‘samenwerking’ te betrachten bij het overbrengen van opgepikte drenkelingen naar een veilige plaats.” (https://www.nrc.nl/nieuws/2006/06/08/kuststaat-niet-verplicht-tot-opname-drenkelingen-11141767-a904293)

Het lijkt erop dat er niks mis was met de beslissing van de Italianen, deze week, om er toch snel voor te zorgen dat de opgeviste drenkelingen op de Aquarius netjes werden herverdeeld over drie schepen, alledrie nu goed uitgerust en bevoorraad, opdat de gereddenen aldus veilig op afspraak naar Valencia konden worden gebracht.

Observatie nr. 6. ‘schip is territoir’

De Italiaanse minister Salvini – die ik met zijn hele partij van xenophobe cultuurbarbaren in alle opzichten grondig verafschuw – heeft mijns inziens wél volkomen gelijk wanneer hij zegt dat de zorg voor een geredde drenkeling (en daarmee de plicht tot het accepteren van een asielaanvraag) toevalt aan het land waartoe het schip behoort. De vraag voor mij is dan wel of dat land bepaald wordt door de vlag waaronder het schip vaart of door de juridische zetel van de eigenaar of de partij die het schip in charter heeft.

Volgens het Academisch proefschrift over den volkenregtelijken regel: “Schip is territoir” van Rudolph George Philipson (Zwolle 1864) is niet alleen het territorium van een staat beschermd door het soevereinrecht maar kunnen ook enkele bijzondere objecten daarbuiten onderworpen worden aan de wetsmacht van de staat, te weten, de woonplaats van een gezant in het buitenland, de verblijfsplaats van een staatshoofd in het buitenland, de standplaats van het leger in het buitenland, “Het gedeelte der volle zee, bezet door een vloot of door een schip” en “Dat schip zelf, waar het zich ook moge bevinden”. Aan deze onderwerping dankt het schip zijn onschendbare soevereiniteitsrecht:  „le navire est la continuation ou prorogation du territoire” (het schip vertegenwoordigt, is een deel van het grondgebied, of kortweg: schip is territoir)” (Rudolph George Philipson, Academisch proefschrift over den volkenregtelijken regel: “Schip is territoir” , Zwolle 1864, pp. 6-7, https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/289976).

Die soevereiniteit is vastgelegd in een register en moet worden gedemonstreerd met “de vlag”.

“The foundation of the maintenance of order on the high seas has rested upon the concept of the nationality of the ship, and the consequent jurisdiction of the flag state over the ship. It is, basically, the flag state that will enforce the rules and regulations not only of its own municipal law but of international law as well.” (Malcolm N. Shaw, International Law, Eighth Edition, Cambridge 2017, 455; zie 455-457 voor de uitwerking met “the genuine link” tussen de nationaliteit van het schip en de uitbating ervan, waarmee misschien ook die van de eigenaar en charter toch in overweging zouden kunnen komen – dat weet ik niet).

De Aquarius vaart onder de vlag van Gibraltar (https://en.wikipedia.org/wiki/Aquarius_(NGO_ship)) dus, in het eerste geval, zouden de drenkelingen, zodra ze aan boord kwamen, eigenlijk zijn aangekomen in het Verenigd Koninkrijk. In het tweede geval moeten de mensen naar Duitsland worden gebracht voor hun eerste aanvraag want de eigenaar van het schip, SOS Mediterranee (zonder accenten), zit in Berlijn (https://twitter.com/SOSMedGermany). In het derde geval zouden ze, als niet naar Duitsland, wellicht naar België moeten denk ik omdat de hoofdzetel van Artsen zonder Grenzen, die samen met SOS Mediterranee met de Aquarius opereert, in Brussel is gevestigd.

Intussen nemen de Italianen gewoon nog steeds netjes de vele drenkelingen op die ze met eigen schepen meebrengen, zoals nu weer de 932 mensen van het schip Diciotti in Catania op 13 juni 2018 (http://www.lasicilia.it/news/cronaca/167470/sbarca-a-catania-nave-diciotti-con-932-migranti-a-bordo-anche-due-cadaveri.html). 

Conclusie

De Franse verontwaardiging over de Italiaanse beslissingen in de zaak Aquarius is niet op zijn plaats en komt me eerlijk gezegd behoorlijk hypocriet over (in het Steenkolen Frans: “Pardon monsieur Macron, mais vous aves du beurre sur ta tête”.)  Net als de algemene bejubeling van de grootmoedigheid van de Spanjaarden. Als het werkelijk zo erg is dat Salvini’s partij (weer) in de regering van  Italië is terechtgekomen, dan hadden de EU lidstaten eerder meer moeten doen om, zoals herhaaldelijk verzocht, de onevenredige last van de migrantencrisis te verlichten die Italië nu al jaren moet dragen door louter geografische factoren. En we hebben gezien hoe Frankrijk die last alleen maar heeft helpen verzwaren uit eigenbelang. Misschien is het leuk om te vertellen dat op de sociale media in Italië allerlei beschuldigingen worden geuit, aan het adres van Frankrijk, van neokolonialisme – daar wordt een deel van de armoede in de landen bezuiden de Sahara, die de mensen uit vooral de voormalige kolonies van Franrijk verdrijft, geweten aan de aanhoudende schuldenlast aan Franse instellingen en bedrijven. Ik zwijg daar verder over (zie voor de insinuaties bijv.https://www.facebook.com/mamafricaonlus/posts/2590945074264895; maar alles blijft daar verder zonder verwijzingen). Maar ik ben wel erg benieuwd naar de argumenten die teruggaan op het zeerecht. Indien ik daar meer over heb gevonden, meld ik me weer. 

Eindnoot. Mijn Facebook tekstje van 6 maart 2018

“De uitslag van de Italiaanse verkiezingen bezorgt de EU een nieuwe hoofdpijn. Ja, dat wordt een hoop gedoe om een regering te vormen met al die protestpartijen. Maar misschien had de EU meer bij de lidstaten moeten aandringen op een snelle en eerlijke verspreiding van vluchtelingen en migranten. Ze hebben Italië immers compleet laten barsten. Italië kon de migranten niet doorsturen. Afrikanen werden en worden bij Menton steeds weer teruggebracht naar Ventimiglia. Zijn migranten aan land gebracht in Italië, zo is de oorspronkelijke regel van “Dublin”, dan moet dat land voor de opvang zorgen (volgens mij VERORDENING (EU) Nr. 604/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 juni 2013, Artikel 13: http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/…). Eerlijk is eerlijk, zo redeneert men inmiddels geheel hypocriet, want zodra er een rubberboot met Gambianen bij Scheveningen landt, zullen de Nederlanders die ook gewoon opvangen. Geen bootje is natuurlijk ooit zover gekomen. Er zijn aanpassingen en uitbreidingen van de afspraken gekomen in 2013 en 2016 (Dublin III en IV,, waarvoor zie, met doorverwijzingen, https://ec.europa.eu/…/…/asylum/examination-of-applicants_en). Maar in de praktijk lijkt er van de overdracht van verantwoordelijkheid voor de opvang van migranten van het ene EU land naar het andere weinig terecht te komen: er is steeds gedoe over bijvoorbeeld de correcte manier van “dossiervorming” (waarvoor zie bijv. het evaluatierapport van Dublin III: https://ec.europa.eu/…/evaluation_of_the_implementation_of_…). Allemaal zeer gewichtige kost. Maar Italië mocht het intussen zelf uitzoeken. En nu zijn de verkiezingen grondig verstoord geraakt door xenofobe stress. En dan worden politici in andere Europese hoofdsteden opeens wakker met hoofdpijn. Tja, de hypocriete wijze waarop men uit eigen nationaal belang de Europese samenwerking frustreert verklaart toch ten minste deels het succes van het groeiende populisme in Europa.

N.B.: ik blijf overtuigd aanhanger van het Europese project maar besef steeds meer hoezeer het najagen van de belangen van de natiestaten – “de natiestaat” die bij ons in Baudet helaas een kruisvaarder heeft gevonden – het succes van het project bedreigt.

(Facebook 6 mei 2018, met verwijzing naar https://www.theguardian.com/world/2018/mar/06/italy-germany-election-coalition-eu-crisis-angela-merkel).

Update 18 juni 2018: De migranten die oorspronkelijk op de Aquarius uit de nabijheid van Libische wateren langs Malta en Italië zijn gebracht, zijn afgelopen week verdeeld over drie schepen (waaronder de Aquarius) en compleet met verzorgers (psychologen, sociaal  werkers, vertalers etc.) naar Valencia gebracht (in tegenstelling tot wat Rop Zoutberg op het NOS journaal suggereerde met zijn beeld van migranten die verstoken van hulp een week lang moesten “ronddobberen” op de zee). Daar gisteren aangekomen, is bepaald dat ze zouden worden verdeeld over in ieder geval de steden Valencia, Barcelona en Madrid (die een structuur daartoe op het niveau van stedelijk overleg paraat hebben). Zoals ik stelde in mijn tekst, ziet het er naar uit dat de nieuwe regering van Spanje mooie sier wil maken met het genereuse gebaar van deze opvang (net zoals ze nu worden gevierd in bijvoorbeeld The Economist om hun vooruitstrevendheid in het grote aandeel vrouwelijke bewindslieden; terwijl ze nog steeds hebben verzuimd zich in te spannen voor de vrijlating van de Catalaanse politieke gevangenen). Inderdaad werd de pers met busladingen naar de haven gebracht om de aankomst groots te verslaan. PR-momentje! Ignasi Calbó, coordinator van de vluchtelingenopvang in Barcelona (de stad die nu Aquarius-100 mensen vanuit Valencia opneemt), vindt nu echter wel dat de nieuwe socialistische regering het humanitaire gebaar van de verwelkoming van de Aquarius migranten ook moet ondersteunen met financiering. “We’ve had 10 years of the People’s party who have done nothing to deal with refugees and immigration and have done nothing for the cities that are in the frontline when it comes to migration.”
(https://www.theguardian.com/world/2018/jun/18/barcelona-calls-for-extra-state-aid-to-help-settle-aquarius-arrivals).
     “De regering van Rajoy heeft tot nu toe [2016] verboden, in naam van de eenheid van de Spaanse soevereiniteit, dat Catalonië voor eigen verantwoordelijkheid [en dus rekening] 4500 vluchtelingen zou opnemen. Gelet op het aantal mensenlevens dat ermee op het spel staat, is het een triest en miserabel verbod, dat ook demonstreert hoezeer voor Madrid de soevereiniteit en de macht prevaleren boven de kwaliteit van leven van de betrokken personen” (Tremosa i Balcells, Ramon & Aleix Sarri i Camargo. L’Europa Que Han Fet Fracassar: El Centralisme D’estat Contra La Integració Europea. Barcelona: Editorial Pòrtic, 2016, citaat op p. 184: “El govern de Rajoy fins i tot ha impedit, en nom de la unitat de la sobirania espanyola, que Catalunya pogués acollir 4.500 refugiats per si mateixa. Un acte trist i miserable pel nombre de vides humanes que hi ha en jou, i que demostra que a Madrid la soberania i el poder estan per sobre de la qualitat de vida de les persones.” Toegevoegd op 22 juni 2018).

 

De tweetaligheid in Catalonië als koloniaal instrument (De Catalaanse Troebelen 29)

De minister van Cultuur in de nieuwe regering van Catalonië, Laura Borràs i Castanyer, heeft deze week ter introductie van haar toetreding het Castiliaans (=Spaans) een “opgelegde taal” genoemd. Het gedwongen gebruik van het Spaans, de “linguistische substitutie”, maakt volgens haar deel uit van het “kolonisatieproces” dat Catalonië heeft moeten ondergaan (https://www.elperiodico.com/es/politica/20180529/laura-borras-consellera-cultura-manifiesto-koine-bilinguismo-6846737). 

Zoals ze eerder had verklaard als mede-ondertekenaar van het manifest van de Grup Koiné op 31 maart 2016 (voor haar ondertekening, zie http://llenguairepublica.cat/prodsite/wp-content/uploads/2016/04/Llista-tancada-de-primers-signants-llegida-al-Paranimf.pdf), vond de gedwongen subsitutie van de endogene taal van Catalonië (dus “van binnen uit ontstaan”) door die van de politieke overheersers plaats vanaf de annexatie van Catalonië in 1714 (voor de tekst van het manifest van de groep Koiné, een verzameling taalkundigen,onderwijsdeskundigen, schrijvers, vertalers en juristen, dat uitdrukkelijk gericht is op de “linguistische normalisatie van het onafhankelijke Catalonië”, in versies van october 2015 en maart 2016, zie http://llenguairepublica.cat; of https://estaticos.elperiodico.com/resources/pdf/3/6/1459435084463.pdf?_ga=2.15948016.795179698.1528356009-2092597051.1501226203)
       

Laura Borràs i Castanyer (foto 15 october 2016 Wikimedia Commons, attr. “Catosfera”)

De Catalaanse taal (en cultuur) heeft de twee eeuwen van Castiliaanse taaloverheersing overleefd, over de gehele duur in de private sfeer en vanaf het midden van de 19e eeuw ook in de publiekelijk zichtbare culturele bovenlaag dankzij een grotendeels clandestiene “wedergeboorte” (de “Renaixença”) zodat die zich gezond en wel kon manifesteren in de vrijheid van de Tweede Spaanse Republiek (1931-1939). Maar daarna werd de taal opnieuw onderdrukt, over de gehele linie vanaf 1939, met de wraakzuchtige ongenadigheid van de Franquistische dictatuur. Ook na de transitie naar een constitutionele parlementaire monarchie in 1978 is de onderschikking van het Catalaans gehandhaafd gebleven. De taalkundige overheersing door het Castiliaans is sindsdien, net als tijdens de periode van Franco, nog in de praktijk verder in de hand gewerkt door de bevordering van de immigratie van Castiliaans-sprekenden als onwillekeurig instrument van de taalkundige kolonisatie (“la utilització d’una immigració arribada de territoris castellanoparlants com a instrument involuntari de colonització lingüística”). Ondanks de wisselende mate waarin de taal politiek en juridisch nog kon worden gewaarborgd, in het regionaal bestuur en het onderwijs, is toch het Catalaans een levende taal gebleven. Die taal is ook nadrukkelijk zuiver gebleven en dus door de praktische “onderdompeling” (“immerció”), als het ware in een Castiliaans badwater, niet gedegradeerd tot een een soort dialect van het Castiliaans.

De Groep Koiné klaagt de politieke ideologie van de “tweetaligheid” van Catalonië aan met de gedachte dat het abnormaal is, en in iedere andere context zal dat ook zo algemeen worden geacht, dat een regering de verdringing zou aanmoedigen van een inheemse taal door de taal van immigranten. De tweetaligheid was en is een instrument van Spaanse overheersing. 

 

Oké, Laura Borràs zet dus mooi de toon voor het beoogde beleid van de nieuwe regering van Quim Torra. Die gaat met de blik gericht op de realisatie van de Catalaanse Republiek binnenkort onderhandelen met een eveneens nieuwe regering van Spanje, waarin de Catalanisten felle tegenstand zullen ondervinden van onder meer minister Josep Borell, Catalaan van geboorte maar een overtuigd unionist en onbehoorlijk aggressief tegenstander van de Catalaanse onafhankelijkheid.  

De tegenvoeter van Laura Borràs in die Spaanse regering is Màxim Huerta. Deze huidige Spaanse minister van Cultuur stelde in 2010 dat hij “al dat Catalaanse gedoe maar heel provinciaal” vond en dat hij “schijt in de sodemieter van de seperatisten” (“A mi todo esto del estatut me parece tan provinciano…”; cf. “Me cago en el puto independentista”, een variatie op de Spaanse zegswijze “ik schijt in de melk van de hoer die jou heeft gebaard”, maar dan nu met een manhoer, dus zonder melk – of zou dat een melkhoer zijn ? – kortom zijn gekwetter is alleszins erg onbeschaafd: http://elmon.cat/politica/nou-ministre-cultura-esborra-piulada-racista-sobre-persones-negres-franca). Ook heeft hij gemeend allerlei xenofobe en racistische kreten te moeten twitteren zodat je begrijpt waarom er nu al wordt geroepen om zijn aftreden (http://elmon.cat/politica/jxcat-demana-que-nou-ministre-cultura-no-prengui-possessio). 

Onthoud die naam: Màxim Huerta. Deze man is duidelijk een aanwinst voor de regeringsploeg van de Spaanse PSOE!

Màxim Huerta op de boekenbeurs van Madrid in 2016 (Wikimedia Commons attr. Dicasto)

Màxim Huerta op de boekenbeurs van Madrid in 2016 (Wikimedia Commons attr. Dicasto)

 

Update 13 juni 2018. Nog maar net geïnstalleerd als minister van Cultuur van Spanje, is Màxim Huerta – de grote belofte van de PSOE – misschien alweer op weg naar buiten. Hij blijkt vorig jaar te zijn veroordeeld voor belastingfraude en daarbij ging het om grote bedragen (https://politica.elpais.com/politica/2018/06/13/actualidad/1528873407_405868.html). (Kun je dan nog een verklaring van goed gedrag krijgen? Waarom wist “men” dat niet? Wordt zoiets verzwegen?) De huidige regering, waar hij dus deel van uitmaakt, kon alleen maar bestaan omdat men de vorige heeft laten vallen vanwege gebleken (en tevergeefs verdoezelde) corruptie in de regeringspartij (PP). Met deze man, die een paar jaar geleden heeft gekwetterd te schijten in [de moedermelk van] de hoeren die de Catalanisten hebben gebaard, probeerde de Spaanse PSOE regering dus de culturele belangen van het land te beheren en te bevorderen. Wat je noemt een shit-cultuur.