Met eerder Facebook bericht van 7 november:
Categoriearchief: Lopende zaken
“De Tank staat pal naast me. Alsjeblieft, kom me halen. Ik ben bang”.
.
.
.
In de woorden met “de tank” citeert hij Hind Rajab. “De Tank staat pal naast me. Alsjeblieft, kom me halen. Ik ben bang”.
.
Eerder heeft Hind Rajab iconische verheffing gekregen in de bestempeling van een universitair gebouw dat door Pro-Palestina demonstranten was bezet tot “Hind Hall”. Haar nagedachtenis –– dat het schandelijk bedroevende lot van duizenden Palestijnse kinderen vertegenwoordigt –– is verder verspreid door de rapper Macklemore, Benjamin Hammond Haggerty uit Seattle, die haar bezingt in al zijn optredens wereldwijd (https://macklemore.com). Er is uitgebreid forensisch onderzoek gedaan naar de Israelische misdaad waarover onder meer Al Jazeera herhaaldelijk over heeft gerapporteerd (https://www.aljazeera.com/program/birds-eye-view/2024/2/22/the-killing-of-6-year-old-hind-rajab). Merk op dat de trollen die de Nederlandse Wikipedia manipuleren effectief zijn geweest in het voorkomen dat een engelstalige Wikipediapagina over de moedwillige moord op de 5 jarige Hind Rajab, met een tank op 29 januari 2024, direct na die op haar zes familieleden en de toegesnelde ambulancebroeders (“https://en.wikipedia.org/wiki/Killing_of_Hind_Rajab…”) een Nederlandse versie heeft gekregen. “De E-waarde is zo kort als de spanningsboog van de TikTokkers”, zo luidde de motivatie voor de censuur. Ik heb daar eerder over bericht op Facebook .
.
Op 8 mei schreef ik op Facebook:
.
Zeker zo’n 90% van de parlementariërs van de Zionistische Apartheidsstaat bestaat uit criminelen
Ze stonden erbij en ze keken ernaar
.
.
.
.
En? Is er echt vooruitgang geboekt sinds 1994?
.
“THE INTERVENTION DILEMMA 1.1. “Humanitarian intervention” has been controversial both when it happens, and when it has failed to happen. Rwanda in 1994 laid bare the full horror of inaction. The United Nations (UN) Secretariat and some permanent members of the Security Council knew that officials connected to the then government were planning genocide; UN forces were present, though not in sufficient number at the outset; and credible strategies were available to prevent, or at least greatly mitigate, the slaughter which followed. But the Security Council refused to take the necessary action. That was a failure of international will – of civic courage – at the highest level. Its consequence was not merely a humanitarian catastrophe for Rwanda: the genocide destabilized the entire Great Lakes region and continues to do so. In the aftermath, many African peoples concluded that, for all the rhetoric about the universality of human rights, some human lives end up mattering a great deal less to the international community than others.”
Gareth Evans & Mohamed Sahnoun, eds., “The Responsibility To Protect. Report of the International Commission on Intervention and State Sovereignty”, Published by the International Development Research Centre, Ottawa, ON, Canada (http://www.idrc.ca), December 2001, p.1 (https://idl-bnc-idrc.dspacedirect.org/…/7321d40…/content)
Het symbool van de vrede als doelwit van de Zionisten
Nu de aandacht (“if at all”) vooral uitgaat naar Gaza en Libanon, maken de illegale Israelische kolonisten gebruik van de (toch altijd al bestaande) documentaire luwte door hun geweld tegen de Palestijnen op te voeren, met de bedoeling de inheemse bevolking los te rukken van het land en ze uiteindelijk geheel te verdrijven. Het leger helpt ze daarbij of doet het gewoon zelf en de “rechtelijke macht” van de bezetter levert het pseudo-legale sausje van Israel (lees voor het laatste bijvoorbeeld de lotgevallen van de dorpelingen van Bil’in, ten noorden van Jerusalem en ten Westen van Ramallah, die vanaf 2001 hun familiebomen én hun gemeenschapsleven verloren aan kolonisten ten gevolge van de onteigening op grond van de verklaring van Israelische autoriteiten uit 1991 dat hun land voortaan staatsland zou zijn, International Covenant on Civil and Political Rights, Human Rights Committee, CCPR/C/120/D/2285/2013, d.d. 7 december 2017, https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g17/357/34/pdf/g1735734.pdf). Het aantal “uitzettingen” en “verdrijvingen” wordt netjes bijgehouden door o.m. de Israelische NGO B’Tselem: “Forcible transfer of isolated Palestinian communities and families in Area C under cover of Gaza fighting”. October is de maand van de olijfoogst en dat betekent in Palestina een verheviging van kolonisten- en bezettersgeweld.
.
Ik begin met een (onvolledig) lijstje van incidenten van Israelisch staats- en kolonistengeweld in de bezette Palestijnse gebieden van de eerste helft van de maand october.
.
- Op 5 october 2024 viel een grote groep kolonisten gewapend met knuppels en koevoeten de Palestijnse families aan die hun olijven aan het plukken waren in Al-Lubban Al-Gharbi, nabij Ramallah; 25 Palestijnen raakten daarbij zwaar gewond met overwegend gebroken ribben en hoofdletsel; de kolonisten stalen de oogst en het hele instrumentarium en richtten aanvullende vernielingen aan; het Israelische leger stond erbij en keek ernaar. De Israelische grenspolitie heeft geweld gebruikt. (https://reliefweb.int/report/occupied-palestinian-territory/un-human-rights-office-opt-un-human-rights-office-appalled-killing-palestinian-woman-during-olive-harvest; https://www.btselem.org/settler_violence_updates_list#216273)
- Op 9 october 2024 heeft een groepje van één kolonist en vier soldaten zo’n 30 Palestijnse boeren verjaagd van hun eigen olijfboomgaarden in Qarawat Bani Hassan, Salfit District, en ze gesommeerd ervan weg te blijven zolang de “oorlog” in Gaza zou blijven duren https://www.btselem.org/settler_violence_updates_list#215519).
- Op 11 october 2024 vielen kolonisten van de Giv’at Eitam nederzetting (outpost) zes Palestijnse boeren aan die met de olijfoogst bezig waren in Khalet al Louza nabij Bethlehem. Vier Palestijnen zijn het ziekenhuis ingeslagen, talloze installaties en werktuigen zijn vernield en zeker 18 olijfbomen en wijnstokken zijn verwoest. Israelische soldaten (of politiemensen) hebben de kolonisten in dit geval naderhand gesommeerd te vertrekken (https://www.unocha.org/publications/report/occupied-palestinian-territory/humanitarian-situation-update-230-west-bank).
- Op 12 october 2024 hebben agressieve kolonisten de dorpelingen van al-Mughayir lange tijd belemmerd in hun pogingen de olijven te oogsten. De Palestijnen hadden voor de betreding van hun EIGEN boomgaarden slechts een tijdslot van één dag gekregen van het leger, maar de kolonisten hebben daar niettemin een stokje voor gestoken, mét, jawel, hulp van het leger (https://www.youtube.com/watch?v=sgV-6r_oehQ).
- Op 12 october 2024 zijn ook zo’n 50 Palestijnse boeren van al-Qabun verdreven van hun olijfbomen door kolonisten die daarop, onder bescherming van het Israelische leger, demonstratief hun schapen daar zijn gaan weiden; naderhand bleken talloze olijfbomen te zijn verwoest (https://www.btselem.org/settler_violence_updates_list#216272)
- Op 13 of 14 october 2024 zijn 115 olijfbomen van Palestijnse families uit het dorp Qusra, nabij Nablus, met een kettingzaag vernietigd door kolonisten, zoals altijd met hulp van het Israelische leger (https://reliefweb.int/report/occupied-palestinian-territory/un-human-rights-office-opt-un-human-rights-office-appalled-killing-palestinian-woman-during-olive-harvest; https://www.unocha.org/publications/report/occupied-palestinian-territory/humanitarian-situation-update-230-west-bank).
- Op 15 october 2024 hebben kolonisten olijfbomen omgehakt van boeren uit de dorpen Burqa en Beitin in het gebied van Marj en al-Gharbi (https://english.wafa.ps/Pages/Details/150431)
- Op 16 october 2024 belemmerden Israelische kolonisten op geijkte wijze de olijfoogst van een Palestijnse familie in het dorp Ramin, nabij Tulkarm (WQuds News Network, https://x.com/QudsNen/status/1846459650855612456?).
- Op 17 october is in Jenin (bezet Palestina) Hanan Abd Alrahman Abu Salama, een 59-jarige vrouw, in de rug doodgeschoten door soldaten terwijl ze met haar familie hun eigen olijven aan het oogsten was (https://reliefweb.int/report/occupied-palestinian-territory/un-human-rights-office-opt-un-human-rights-office-appalled-killing-palestinian-woman-during-olive-harvest)
- Op 18 october 2024 vielen illegale kolonisten de Palestijnse boeren aan van het dorp Yatma, nabij Nablus, terwijl die hun olijven aan het oogsten waren; ook deze criminelen werden bijgestaan door het Israelische leger. Volgens de voorzitter van de dorpsraad is door het leger traangas gebruikt om de boeren van hun boomgaarden te verjagen. De olijfoogst aldus ontwricht, hebben zo’n 200 kolonisten daarna ook het dorp zelf aangevallen vanuit drie kanten.
Tot zover mijn selectie van recente voorbeelden van de jaarlijkse climax van Israelisch geweld tegen de Palestijnse olijfcultuur ter treitering en uiteindelijk verdrijving van de inheemse bevolking. Dit alles komt neer op culturele genocide, ethnische zuivering en ecocide. Het destructieve proces is al decennia lang aan de gang, reeds vanaf het begin van de Zionistische overname van Palestina en in ieder geval direct na de Nakba van 1948 (zie o.a. Nur Masalha, Palestine. A Four Thousand Year History, Zed books London 2018, 362-369, met verwijzing naar het grote project van Walid Khalidi over de vernietiging van de dorpen en landschappen tijdens de Nakba; cf. Erik Ader, Oorlogen & oceanen. Een familiegeschiedenis, Querido Fosfor, Amsterdam / Antwerpen 2020, pp. 228-230, 259-263, 267-270, 396 n. 68, over zijn ontdekking dat de mooie naaldbossen van het kibboetzisme over de restanten van vernietigde boomgaarden zijn aangelegd, met verwijzing naar Meron Benvenisti, Sacred Landscape. The Buried History of the Holy Land since 1948, Berkeley etc: Univ. of California Press 2000).
.
De destructie van het cultuurlandschap is een standaard instrument gebleven van de nederzettingspolitiek. Meestal wordt de vernietiging van de olijfbomen verricht door kolonisten op, althans schijnbaar, hun eigen initiatief. Dat is ook zo voorgesteld in een krantenbericht van 21 juni 1988, in het kader van de Eerste Intifada, waarin sprake was van woedende kolonisten van Moshav Shekef [moet zijn: Shekef Moshav] die verklaard hadden honderden olijfbomen van Palestijnen in het dorp Alwa [moet zijn: Beit Awwa] te hebben gekapt uit wraak voor recente vernielingen ter plaatse en vooral de moord op de lokale kolonist Cohen (Algemeen Dagblad, 21 juni 1988, “Soldaat voelt zich bedreigd”, met verwijzing naar Reuter: https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBPERS01:003074018:mpeg21:a00132). In een rapport van de Verenigde Naties over de gebeurtenissen van dat jaar (o.m. het martelen en doden van kinderen, arbitraire detentie, het geweld tegen vrouwen met bijvoorbeeld miskramen ten gevolge van gasgebruik door het leger etc.) wordt vermeld dat het Israelische bezettingsleger zelf ook olijfbomen heeft gekapt of gerooid: “The Israeli forces also resort to uprooting plants and heritage. On 23 March 1988, the occupation force[s] uprooted 60 fruit-bearing olive-trees in Haris Za’rurah [=Haris/Hares/Harith] on the land of Bidya [=Biddya]”, waarop de gedupeerden netjes worden gelijst. En er is in dat document nog een incident van “the uprooting of the Palestinian heritage from the soil and earth of Palestine” vermeld, ironisch genoeg met het voor Israeli gebruikelijke voorwendsel van hun als bezetter vermeend “recht op zelfverdediging” tegen de onderdrukten van die bezetting (zie hierboven voor het geval met het aangevoerde voorwendsel van een “recht op vergelding”): “On 22 March 1988, the Israeli occupation forcer … uprooted six “Roman” olive-trees (200 years old) on the pretext that Palestinian demonstrators were hiding behind the walls and the trees and throwing stones at the troops.” (General Assembly, Security Council, A/43/347, S/19857, 3 mei 1988, pp. 10-11 met noten 19 en 20, https://documents.un.org/doc/undoc/gen/n88/121/14/pdf/n8812114.pdf).
.
Het bleef niet bij tientallen of zelfs nog maar honderden olijfbomen. “By as early as 1989, so many olive trees in the Nablus area had been cut down or bulldozed by the Israeli military and settlers that the only way to maintain the 200-year-old al-Sha’aka olive soap factory in Nablus was to import olives from Italy.” (A. Clare Brandabur, “Roadmap to Genocide”, Nebula, Vol. 5, Issue 3).
.
Dergelijke voorbeelden zijn ook herhaaldelijk vermeld in de rapportages van de VN, zoals ook in die van 1994, waarin we in de “illustratieve” voorbeelden ten minste zo’n 950 olijf-, vijgen-, en amandelbomen tellen (Economic and Social Council, Commision on Human Rights E/CN.4/1995/14, d.d. 30 August 1994: https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g94/142/47/pdf/g9414247.pdf). Een VN rapportage over het jaar daarop meldt de vernietiging in dus 1995 van tenminste zo’n 6.500 olijfbomen door voornamelijk de bulldozers van het leger (Economic and Social Council, Commision on Human Rights, E/CN.4/1996/108, d.d. 19 februari 1996, p. 6: https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g96/106/66/pdf/g9610666.pdf). Het cumulatief resultaat was al snel enorm. “Israeli forces uprooted 112,900 olive trees from Palestinian land and are building an apartheid wall to isolate Palestinians in Ghettos” (Mazin B. Qumsiyeh, Sharing the land of Canaan. Human Rights and the Israeli-Palestinian Struggle, Pluto Press: London & Sterling Virginia 2004, 103). Een enorm areaal van landbouwgrond is sinds inderdaad nog verder van de Palestijnen geconfisqueerd door de bezettende staat Israel ten behoeve van de aanleg van de grote scheidingsmuur, the Separation Wall, die zo instrumentaal is gebleken voor de versterking van het Apartheidsregime van de bezetter. De muur, vaak van beton en soms bestaande uit hekwerk, snijdt rücksichtloss door het land van de Bezette Palestijnse Gebieden om de leefwereld van de kolonisten compleet af te scheiden van die van de Palestijnen; daarbij loopt het tracé op ieder segment wél uitsluitend over het land van de Palestijnen dat daardoor beduidend kleiner is geworden en moeilijker toegankelijk. “Israeli forces uprooted 112,900 olive trees from Palestinian land and are building an apartheid wall to isolate Palestinians in Ghettos”. (Mazin B. Qumsiyeh, Sharing the land of Canaan. Human Rights and the Israeli-Palestinian Struggle, Pluto Press: London & Sterling Virginia 2004, 103).
.
De impact van de muur op dorpsniveau is duidelijk leesbaar in de gezworen verklaring die ‘Ahed Rushdi Muhammad ‘Id uit het dorp Zeita nabij Tulkarm op 30 september 2004 heeft gegegen bij de mensenrechtenadvocaten van al-Haq: “On 8 August 2002, the Israeli authorities issued military orders attached to aerial maps showing the lands to be confiscated for the Wall. These confiscated lands included lands located in the north, south and west of Zeita village. Then the Israeli bulldozers embarked on bulldozing process to prepare the lands for the construction of the Separation Wall. During this process, thousands of fruitful olive trees have been uprooted and tens of greenhouses demolished. The Israeli bulldozers leveled the land in the three above-mentioned areas with a width ranging between 70-120 metres.” (‘Ahed Rushdi Muhammad ‘Id, Sworn Statement, dated 30 September 2004, Affidavit No. 1995/2004, gepubliceerd in Engelse vertaling op de website van al-Haq op 23 december 2010, https://www.alhaq.org/monitoring-documentation/14263.html). Dat ging over een enkel dorp. De gezworen verklaring die Suheil Salim ‘Abd-al-Fattah Salman heeft gegeven op 26 december 2004 betreft een groter segment van de muur om Tulkarm, waar ook het voornoemde dorp Zeita onder viel, van wel 27 kilometer lengte tot een diepte van soms wel 7 kilometer: “The construction of the Wall resulted in the confiscation of 40,000 dunums of land [=circa 4.000 hectaren, zeg, iets minder dan de Zuidelijk Flevolandpolder], the destruction 65,000 fruit trees (mostly olive trees), and the destruction of 20 kilometres of water pipelines. This is in addition to the destruction of all the agricultural roads that connect the Palestinian localities to the lands located behind the Separation Wall. The construction of the Wall resulted also in the destruction of the agricultural sector in the Toulkarem area, especially by isolating the lands located behind it. This is due to the great pains which citizens undergo in order to reach their lands, as they have to pass through iron gates built in the Wall for this purpose, but have not been opened for a long time. In Far’on village, the gate has never been opened. Moreover, many farmers were denied permits, which the Israeli authorities give to farmers so they may access through the gates their land confiscated for supposed security reasons.” (Suheil Salim ‘Abd-al-Fattah Salman, Sworn Statement, dated 26 december 2004, Affidavit Affidavit No. 2107/2004, gepubliceerd in Engelse vertaling op de website van al-Haq op 26 december 2010, https://www.alhaq.org/monitoring-documentation/14250.html). Dat door de bezetter gestolen areaal van 4.000 hectaren, dus van, zeg, iets minder dan de Zuidelijk Flevolandpolder, sloeg alleen nog maar op de directe omgeving van Tulkarm. In een rapport aan de Algemene Vergadering van de VN van 22 augustus 2003 werd de verwachting uitgesproken dat zeker meer dan het dubbele daarvan aan de Palestijnen verloren zou gaan in althans de eerste fase van de aanleg van de Apartheidsmuur. “It is expected that an estimated 100,000 dunums of the West Bank’s most fertile agricultural land [=10.000 ha.], confiscated by the Israeli Occupation Forces, have been destroyed during the first phase of the wall construction, which involves the disappearance of vast amounts of property, notably private agricultural land and olive trees, wells, citrus groves and hothouses upon which tens of thousands of Palestinians rely upon for their survival. In addition, further agricultural land adjacent to the wall has been allegedly declared off limits to Palestinians, rendering it useless.” (“Report of the Special Committee to Investigate Israeli Practices Affecting the Human Rights of the Palestinian People and Other Arabs of the Occupied Territories, UNGA, document A/58/311, 22 augustus 2003, https://documents.un.org/doc/undoc/gen/n03/480/61/pdf/n0348061.pdf). De Special Rapporteur van de VN voor de Palestijnse bezette gebieden, John Dugard, legde uit hoe het leven van de Palestijnen volkomen verstoord zou worden vooral daar waar de muur hun woongebieden zo goed als volledig (of zoals in het geval van de 40.000 inwoners van Qalqiliya werkelijk volledig) zou afzonderen van de rest van de wereld. “Much of the Palestinian land on the Israeli side of the Wall consists of fertile agricultural land and some of the most important water wells in the region. The Wall is constructed on Palestinian lands expropriated by Israeli military order, justified on grounds of military necessity. Many fruit and olive trees had been destroyed in the course of building the barrier. B’Tselem, a leading Israeli human rights NGO, estimates that the barrier will cause direct harm to at least 210,000 Palestinians living in 67 villages, towns and cities.” (Economic and Social Council, Commission on Human Rights, E/CN.4/2004/6, “Report of the Special Rapporteur of the Commission on Human Rights [John Dugard] on the situation of human rights in the Palestinian territories occupied by Israel since 1967, submitted in accordance with Commission resolution 1993/2 A”, d.d. 8 sept 2003, https://documents.un.org/doc/undoc/gen/g03/160/82/pdf/g0316082.pdf).
.
Het Internationaal Gerechtshof heeft deze scheidingsmuur veroordeeld in zijn Advisory Opinion van 9 juli 2004. Het hof heeft Israel’s poging tot de legitimering van de bouw van de muur met “het recht op zelf-verdediging” verworpen omdat er geen sprake is van een dreiging vanuit een ander gebied dan dat wat Israel zelf heeft bezet. Het hof heeft de muur verklaard tot strijdig met internationaal recht en Israel opgedragen de aanleg te staken, de bestaande delen te ontmantelen, de geconfisqueerde terreinen te restitueren en de Palestijnen te compenseren voor hun schade en verlies (https://www.icj-cij.org/sites/default/files/case-related/131/131-20040709-ADV-01-00-EN.pdf). En natuurlijk heeft Israel alles naast zich neergelegd. Sterker nog, de Israeli zijn al die tijd bezig gebleven met de uitbreiding van het stelsel van omheiningen in coórdinatie met de uitbreiding van nederzettingen, “herding outposts” en militaire posities, en daarmee met de verdere versnippering van de Palestijnse gebieden. Zelfs nu, in mei van dit jaar, werd bekend gemaakt dat Israel van plan is een snelweg te “beveiligen” met een muur die twee dorpen, Sinjil en Turmus-Aya, zal afscheiden van de rest van de Westoever en van hun eigen land en voorzieningen. Daarbij zal gelijk een areaal van 30.000 dunams (3.000 ha) worden geconfisqueerd (“Israel separation wall to swallow up more Palestinian farmland in West Bank”, The New Arab, 2 mei 2024, https://www.newarab.com/news/israel-separation-wall-swallow-more-palestinian-land).
.
Om de internationale kritiek op het enorme landjepik toch nog zoveel mogelijk te vermijden hebben Israelische bewindslieden en hun woordvoerders geprobeerd, zij het met weinig geloofwaardigheid, zich te distantiëren van in ieder geval het geweld van de kolonisten ondanks de bewezen betrokkenheid van de bezettingstroepen. Zo is na de herfst van 2005 door de toenmalige minister van defensie van Israel gesteld dat er “recentelijk” zo’n 2.000 olijfbomen waren vernield in Palestina, een gebied dat hij betekenisvol Judea en Samaria noemde, waarbij hij de suggestie wekte, in lijn met de goodwill-campagne van Olmert, van de noodzaak om het geweld van de kolonisten te beteugelen en de Palestijnen te compenseren (Herb Keinon, “Olmert condemns olive tree uprooting. Mazuz: Problem is symptomatic of ineffective law enforcement in the W. Bank”, The Jerusalem Post, 8 januari 2006, https://www.jpost.com/israel/olmert-condemns-olive-tree-uprooting). Maar die inschatting is veel te laag. Het Palestijns ministerie van Landbouw heeft namelijk gemeld dat er in de vijf jaar tussen 28 september 2000 en 31 maart 2005 maar liefst 456.389 olijfbomen op de Gazastrook en de Westoever waren vernield (Dries van Agt, Een schreeuw om recht. De tragedie van het Palestijnse volk, De Bezige Bij, Amsterdam 2009, p. 19e.v. met noot 1 op p. 33). Dat zou een jaargemiddelde opleveren dat 45x zo hoog ligt dan de bagatel die de minister van Defensie van Olmert had voorgespiegeld. De poging van de regering om zich te distantiëren van het kolonistengeweld tegen de bomen is bovendien zeer ongeloofwaardig. In 2008 vernietigde het Israelische leger in Gaza 140.965 olijfbomen, 136.217 citrusbomen, 22,745 fruitbomen, 10.365 dadelpalmen, en 8.822 overige bomen (Sara Roy, Hamas and Civil Society in Gaza. Engaging the Islamist Social Sector, Princeton University Press, Princeton & Oxford 2011, 231). En ze zijn er dus nooit mee opgehouden. Zo zou ik nog meer kunnen noteren, zoals dat er in de nacht van 26 op 27 december 2005 bij het dorp al-Tweina in het gebied Yata 120 olijfbomen zijn omgezaagd ongetwijfeld door de kolonisten die de volgende ochtend ostentatief feest vierden (Na’im Salem, Sworn Statement, d.d. 2 February 2006, Affidavit No. 2790/2006, gepubliceerd in Engelse vertaling op de website van al-Haq op 10 januari 2011, https://www.alhaq.org/monitoring-documentation/14198.html); of dat er in 2013 nog eens 180 olijfbomen bij Qalqiliya zijn gerooid door kolonisten en een niet verder gespecificeerd aantal rond Nablus (VN Veiligheidsraad, S/PV.7140, 18 maart 2014, https://documents.un.org/doc/undoc/pro/n14/267/97/pdf/n1426797.pdf). En volgens de “Situation Update #230” van het United Nations Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA), d.d. 17 october 2024 zijn er in dit oogstseizoen dus zeker al weer zo’n 600 bomen (overwegend olijfbomen) in (slechts) de Westoever vernietigd, verspreid over 15 dorpsgebieden (https://www.unocha.org/publications/report/occupied-palestinian-territory/humanitarian-situation-update-230-west-bank).
.
De destructie van de olijfbomen is zoals gezegd een jaarlijks terugkerende orgie van geweld die ontegenzeglijk gericht is op het doorhakken van de band van Palestijnse boerenfamilies met hun land als opmaat voor hun uiteindelijke verdrijving (cf. https://www.planteenolijfboom.nl/bezetting). Het kappen van olijfbomen is, met andere woorden, een integraal onderdeel van de bezettingspolitiek (cf. Helena Lindholm Schulz, with Juliane Hammer, The Palestinian Diaspora. Formation of Identities and Politics of Homeland, Routledge London 2003, 107-18) Ook vandaag nog: “The combination of restricted access to land and unchecked violence are key features of a coercive environment that is increasingly forcing Palestinians to leave their land” (https://www.palestinechronicle.com/most-dangerous-olive-season-palestinian-woman-killed-foreign-activist-beaten-as-settler-attacks-escalate/). Het is ook meteen een ondermijning van de economische bestaanszekerheid van honderduizenden gezinnen op de Westoever: er zijn, mede hierdoor, volgens de World Food Programme nu al bijna twee keer zoveel Palestijnen op de Westoever (t.w. ± 600.000) in acute voedselnood terecht gekomen (https://www.unocha.org/publications/report/occupied-palestinian-territory/humanitarian-situation-update-230-west-bank; en https://www.swissinfo.ch/eng/un-says-israeli-settlers-cut-down-olive-trees-in-%27war-like%27-west-bank-campaign/87758038). Volgens het 2022 Jaarverslag van de Palestijnse Agricultural Development Association (PARC) leefden in 2022 reeds 1.700.000 mensen in voedselonzekerheid (64.4% van de bevolking). De organisatie stelde vast dat de agrarische sector van de Palestijnse gebieden in 2022 enorm was getroffen door de vernietiging van 12.500 productiebomen, overwegend olijfbomen, die het slachtoffer zijn geworden van vooral kolonistengeweld (Agricultural Development Association (PARC), Annual Report 2022, pp. 17 en 19).
.
De vernietiging van de voedselbronnen c.q. -voorraad is een genocidale tactiek die de israeli óók van hun meesters hebben geleerd, te weten de Verenigde Stateners –– vergelijk dat maar met de doelgerichte destructie van de bisons in de 19e eeuw, de hallucinante “Bison Genocide”, een bewust beleid formeel afgekondigd door generaal Sheridan in 1873, dat inderdaad het beoogde effect kreeg dat het verzet van de inheemse bevolking op The Great Plains door de resulterende uithongering werd gebroken (Ward Churchill, A Little Matter of Genocide. Holocaust and Denial in the Americas 1492 to the Present, City of Lights Books, San Francisco 1997, pp. 149-150 met gegevens en verwijzingen op p. 282 n. 546; voor de term “Bison Genocide”, zie de website van de Hilton M. Briggs Library, South Dakota State University, https://libguides.sdstate.edu/c.php?g=1358402&p=10030696). [Noot: voor deze parallel plus een vroegere, te weten, van de troepen van George Washington die de bestaansmiddelen van de Haudenosaunee (Seneca) verwoestten, zie ook Waziyatawin (2012) “Malice Enough in their Hearts and Courage Enough in Ours: Reflections on US Indigenous and Palestinian Experiences under Occupation”, Settler Colonial Studies, 2:1, 172-189, DOI: 10.1080/2201473X.2012.10648831 (https://www.tandfonline.com/doi/pdf/10.1080/2201473X.2012.10648831), 175-176 –– om t.z.t. nader uit te werken.]
.
De algemene roep om vrede in Palestina wordt in Nederland veelal verbeeld met de tekening van de klassieke duif met een olijfboomtakje. Juist de olijfboom wordt door de Israeli systematisch gerooid ter uitwissing van het Palestijnse cultuurlandschap. Dat gebeurt nu al jaren als onderdeel van de alom geaccepteerde status quo. Alweer geldt: wie oproept tot “de lieve vrede” die neerkomt op de terugkeer naar die status quo, steunt de destructie van de kans op werkelijke vrede. Van een werkelijke vrede kan uiteindelijk alleen maar sprake zijn na, onder andere, de beëindiging van de bezetting, het vertrek van de illegale kolonisten, de ontmanteling van het apartheidsregime, de bestrijding van het Israelisch racisme, de gelijkschakeling in recht, in waardigheid en in sociaal-economische positie van de verschillende bevolkingsgroepen, het herstel van politieke en culturele rechten van de Palestijnen, de terugkeer van de (geregistreerde vluchtelingen), de verwezenlijking van gerechtigheid met dus óók de berechting van de schuldigen en de compensatie voor de slachtoffers. Zó immens is de schandelijke samengestelde misdaad die het Palestijnse volk nu al meer dan een eeuw heeft moeten ondergaan. En de olijfboom, dat symbool van vrede, deelt in het bedroevende lot van de genocide.
De Politieke Criminalisering van de pro-Palestijnse demonstranten…in weerwil van het recht.
“From the river to the sea, Palestine will be free”. Ter herinnering: het Gerechtshof van Amsterdam heeft reeds op 15 augustus 2023 “met het Openbaar Ministerie” geconcludeerd dat deze uitspraak NIET strafbaar is en dat het NIET aanzet tot haat (Gerechtshof Amsterdam 15-08-2023, K22/230121; https://www.recht.nl/rechtspraak/uitspraak?ecli=ECLI:NL:GHAMS:2023:2271). Met deze leus wordt immers opgeroepen tot de bewerkstelliging van vrijheid en gelijkheid van alle inwoners van het gebied (cf. Alain Alameddine, “What Exactly Do We Want from the River to the Sea?”, The Palestine Chronicle, 25 november 2023, https://www.palestinechronicle.com/what-exactly-do-we-want-from-the-river-to-the-sea/). Het is dan ook steno voor de ontmanteling van het apartheidsregime en de opheffing van de bezetting –– beiden illegaal onder internationaal recht. Dat is inderdaad nadelig voor de huidige status-quo in Israel, maar die is dan ook zoals gezegd “illegaal”. Het is NIET een oproep tot geweld tegen de burgers van Israel. Het Amsterdamse hof en het OM hebben dit dus erkend. Ook het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie (LECD) heeft de leus beschouwd als “niet strafbaar” (Zie o.m. https://www.om.nl/binaries/om/documenten/wob-woo/2024/07/15/parket-generaal-parket-generaal-woo-besluit-beslissing-op-bezwaar–kenmerk-pag-bjz-5921/BJZ+59215-bijlage+3.pdf)
.
Aldus het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie in een schrijven van 10 october 2023: “«From the River to the Sea» is een leus die al decennia gebruikt wordt, zowel door de Israëlische zijde als aan de Palestijnse zijde, om het gebied tussen de Jordaan en de Middellandse zee te duiden. Als politieke leus komt deze in verschillende variaties voor en met name gebruikt door pro-Palestina activisten. De slogan wordt ook onder meer gebruikt door Hamas […] Deze leuzen zijn ter beoordeling aan het LECD voorgelegd nadat de uitingen werden gedaan bij een toespraak tijdens een pro-Palestina demonstratie op de Dam in Amsterdam. In de specifieke toespraak werd de wens uitgesproken dat er een einde komt aan de gevoerde politiek van Israël of Israëlische soevereiniteit in het desbetreffende gebied. […] Het LECD acht deze uitingen niet strafbaar. De aangifte tegen deze (en meer) uitingen uit de genoemde speech is door het LECD geseponeerd. Een 12 Sv-klacht ten aanzien van de sepotbeslissing is door het Amsterdamse hof, onder verwijzijng naar de sepotbeslissing, afgewezen. Ten aanzien van de discriminatieartikelen werd overwogen dat met deze uiting kritiek wordt geuit op de staat Israël, specifiek de soevereiniteit en gevoerde politiek. Het uiten van kritiek op een staat is niet strafbaar.
Ook aangifte van opruiing werd geseponeerd, omdat uit de feiten en omstandigheden van de toespraak niet bleek dat werd opgeroepen tot strafbaar handelen. De spreker maakte In de speech niet expliciet op welke wijze de bevrijding van Palestina bewerkstelligd moest worden. Dat maakt dat de leuzen voor meerdere interpretaties vatbaar zijn, die niet allemaal duiden op geweld. De beoordeling van opruiïng kan daarmee in een concreet geval anders uitvallen indien bijvoorbeeld uit overige uitingen blijkt dat expliciet wordt opgeroepen tot gewelddadige bevrijding van Palestina.” (Handreiking LECD over de “Stafbaarheid van uitingen in het kader van het conflict tussen Israël en Palestina”, d.d 10 october 2023, t.b.v. “Portefeuillehouders discriminatie en andere OM-medewerkers”, document 21 van verzameling BJZ+59215-bijlage+3.pdf, https://www.om.nl/binaries/om/documenten/wob-woo/2024/07/15/parket-generaal-parket-generaal-woo-besluit-beslissing-op-bezwaar–kenmerk-pag-bjz-5921/BJZ+59215-bijlage+3.pdf)
.
Niettemin achten de extreem-rechtse politici in Duitsland, Nederland, maar ook bijvoorbeeld in België, deze leus als symptomatisch voor de verheerlijking van antisemitisme en terrorisme. En zo stelde Yesilgöz-Zegerius, toenmalig Minister van Justitie en Veiligheid, op 11 october 2023, dus één dag na het geciteerde schrijven van het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie, tijdens de vergadering van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid botweg het volgende: “zo’n uitspraak «from the river to the sea» kan je niet anders lezen dan als puur antisemitisme. Ik zeg niet tegen het OM: dat moet je ook op die manier, bij elke lokale situatie, zo wegen en je moet mensen vervolgen.” (29 911, nr. 428, p. 42, https://www.tweedekamer.nl/downloads/document?id=2023D42604). Het komt mij over dat ze in haar antwoorden op van der Staaij’s bezwaren, die grote moeite had met de coulance in deze, eigenlijk gewoon afstand nam van de positie van het OM. Haar neiging om ieder pleit voor Palestijnse zelfbeschikking meteen gelijk te stellen aan de terreur van Hamas zou later blijken uit het conflict dat ze na 18 september 2024 met Esther Ouwehand zou zoeken over de betekenis van de watermeloen als surrogaat van de palestijnse vlag (waarvoor zie https://nos.nl/artikel/2537986-palestijnse-watermeloen-leidt-tot-ophef-in-tweede-kamer-dit-is-wat-het-betekent).
.
Op 25 october 2023 sprak een meerderheid in de Tweede Kamer zich uit dat de leus ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ een oproep tot geweld is. Partijen vinden dat de uitspraak de vernietiging van Israël propageert. “Naast JA21, die de motie indiende, stemden ook VVD, PVV, CDA, ChristenUnie, SGP, BBB, Omtzigt en Groep Van Haga voor de motie” (https://nos.nl/artikel/2495345-from-the-river-to-the-sea-leus-is-geweldsoproep-vindt-kamermeerderheid). Dit zou vaker gebeuren. Diederik van Dijk van de SGP diende op 21 december 2023 een motie in om “het scanderen van de leus «From the river to the sea …» bij demonstraties altijd in terroristische context [te] plaatsen” (Motie 29754-703, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2023Z20861&did=2023D51168). Die werd nog verworpen. De SGP-er van Dijk heeft opnieuw een motie aangaande de leus ingediend op 1 februari 2024, dat ditmaal, tijdens het Tweeminutendebat Politie, wel is aangenomen (Motie 29628-1211over het scanderen van de leus «From the river to the sea…» bij demonstraties in antisemitische context plaatsen en dit in het handelingsperspectief opnemen, https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/plenaire_vergaderingen/details/activiteit?id=2024A00293). De mogelijkheid om de leus te beschouwen als een uiting van antisemitisme, in reactie op voornoemde motie, en ook meteen de organisatie Samidoun te verbieden (waarvoor meer hieronder) is door de Nederlandse regering in overweging gehouden blijkens de brief aan de kamer van 23 april 2024, getiteld “Aanpak van antisemitisme en extra maatregelen” (30 950, Nr. 367) (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024D16674&did=2024D16674).
.
Ik citeer uit de brief een passage die de motie van Diederik van Dijk over de strafbaarheid van de leus «from the river to the sea» van 1 februari 2024 betreft. “Tijdens het tweeminutendebat Politie van 1 februari jl. is een motie ingediend die de regering verzoekt om in navolging van Duitsland en Oostenrijk het scanderen van de leus «From the river to the sea…» bij demonstraties in antisemitische context te plaatsen en dit in het handelingsperspectief op te nemen. Deze motie is besproken tijdens het overleg met het College van Procureurs-Generaal van 15 februari jl. Tijdens het overleg heeft het Openbaar Ministerie aangegeven dat het de thematiek serieus neemt, en dat in het Nederlandse stelsel geldt dat het afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het individuele geval is of deze uitspraak als strafbaar kan worden aangemerkt. Deze afweging is aan het Openbaar Ministerie en de rechter. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in de brief over het demonstratierecht van 19 april jl. In Duitsland is – evenals in Nederland – de context waarbinnen de leus wordt gebruikt bepalend voor de vraag of strafrechtelijke vervolging plaatsvindt. Alleen in de deelstaat Beieren is het gebruik van de slogan als zodanig verboden, omdat de leus wordt gezien als een kenmerk van de verboden organisaties Hamas en Samidoun, en wordt dit gebruik vervolgd. De Duitse rechter moet zich hierover nog uitspreken. Wij volgen de ontwikkelingen nauwgezet.” (Brief aan de Kamer, 30 950, Nr. 367, d.d. 23 april 2024,”Aanpak van antisemitisme en extra maatregelen”, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024D16674&did=2024D16674).
.
Volgens sommigen (of velen?) leek de zaak hiermee beslecht. “De omstreden leus ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ wordt in de toekomst strafbaar”, berichtte het Joods Onafhankelijk Nieuws platform jonet.nl op 4 februari: “Dat heeft een meerderheid van de Tweede Kamer dinsdag besloten. Er was een Kamermeerderheid voor het voorstel van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) om de leus, die door velen als antisemitisch wordt ervaren omdat hij oproept tot het uitroeien van de Joden in Israël, strafbaar te stellen.”(https://jonet.nl/from-the-river-to-the-sea-wordt-strafbaar/).
.
De druk werd in de maanden erna verder opgevoerd, onder meer door de PVV. Op 25 april 2024 werd een motie aangenomen van de parlementariër Maikel Boon (PVV) met het verzoek aan de regering om de uitdrukking «From the river to the sea» als oproep tot geweld te beschouwen, als was het een leus rechtstreeks uit het handvest van Hamas die gericht zou zijn op “geweld tegen alle Joden wereldwijd” (Motie 30 950, Nr. 375, d.d. 25 april van Maikel Boon (PVV): https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2024Z07544&did=2024D17374). SGP-Kamerlid Diederik van Dijk had in het commissiedebat over terrorisme en extremisme van 20 december 2023 ook al de villeine insinuatie geuit dat de leus direct verband zou houden met Hamas (https://tweedekamer.sgp.nl/actueel/nieuws/hamas-sympathie-in-nederland-aanpakken).
.
Door de motie van de PVV-er Boon op 25 april aan te nemen is de politieke meerderheid opnieuw compleet voorbij gegaan aan de uitspraak van het Amsterdamse hof van augustus 2023. Voorschrijdend inzicht? Nee hoor: het Openbaar Minsterie en het Landelijk Expertisecentrum Discriminatie zijn gewoon blijven vasthouden aan de juridische toelaatbaatheid zoals ook door de rechter in Amsterdam was geoordeeld. Het gaat hier dus nog steeds om politieke keuzes. De ironie wil bovendien dat de leus –– die in het Pro-Palestijnse geval dus oproept tot gelijkheid en vrijheid voor iedereen in het gebied–– een sinistere voorafschaduwing heeft met de verklaring van de Likud partij dat er tussen de rivier en de zee slechts sprake zal kunnen zijn van Israëlische soevereiniteit (“between the Sea and the Jordan there will only be Israeli sovereignty”, Likud Party Platform, 1977, geciteerd in Rashid Khalidi, “It’s Time to Confront Israel’s Version of “From the River to the Sea””, The Nation, 22 november 2023, https://www.thenation.com/article/world/its-time-to-confront-israels-version-of-from-the-river-to-the-sea/). Dat is ook in de Nederlandse pers indertijd opgemerkt (bijv. in het artikel “Begin is een harde nationalist”, NRC Handelsblad 18 mei 1977, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000026317:mpeg21:a0048). De pot verwijt hier dus de ketel dat ‘ie zwart ziet –– voor meer uitwerking, zie mijn blogstuk van 22 januari 2024 (http://www.lirb.nl/uncategorized/from-the-river-to-the-sea-de-pot-verwijt-de-kestrel-dat-ie-zwart-ziet/)
.
We zien dus hoe de politieke veroordeling van de leus –– en dus niet de juridische –– steeds meer aan kracht heeft gewonnen. Overigens stonden de politici op rechts niet alleen in hun kruistocht. De burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, verklaarde de leus in october 2023 ook meteen als “onaanvaardbaar” (https://www.parool.nl/israel-en-hamas-in-oorlog/from-the-river-to-the-sea-onaanvaardbaar-volgens-halsema-maar-wat-betekent-de-beladen-leus-eigenlijk~b1cb022f/). Frans Timmermans noemde de leus “politiek totaal ontoelaatbaar” in november 2023 (https://wnl.tv/2023/11/12/frans-timmermans-gl-pvda-leus-from-the-river-to-the-sea-volkomen-ontoelaatbaar/; https://www.haarlemsdagblad.nl/binnenland/timmermans-vindt-from-the-river-to-the-sea-totaal-ontoelaatbaar/11672005.html)
.
Maar vooral de extreem-rechtse politici blijken direct daarna stappen te hebben kunnen zetten tot de criminalisering van de pro-Palestina demonstranten en activisten –– dat wil zeggen, stappen tot de criminalisering van diegenen die zich juist inzetten voor de verwezenlijking van de “orders” en “advisory opinions” van het Internationaal Gerechtshof! (inz. ICJ order d.d. 26 januari 2024 inzake “Application of the Convention on the prevention and punishment of the crime of genocide in the Gaza Strip” en vervolguitspraken over aanvullende maatregelen zoals die van 28 maart 2024; ICJ Advisory Opinion Legal Consequences arising from the Policies and Practices of Israel in the Occupied Palestinian Territory, including East Jerusalem, d.d. 19 juli 2024).
.
Extreem-rechts is ook in Nederland zoals gezegd druk bezig om de belangen van de Israëlische staat te bevorderen ten koste van het internationaal recht. Direct na de motie van de PVV-er Boon, op 25 april 2024, hebben de eveneens extreem-rechtse politici Joost Eerdmans (JA21) en –– daar is hij weer –– Diederik van Dijk (SGP) een motie ingediend om, in navolging van Duitsland (https://www.bmi.bund.de/SharedDocs/pressemitteilungen/EN/2023/11/banned-hamas-samidoun.html), het Samidoun Palestijnse Gevangenen Solidariteitsnetwerk te verbieden (Tweede Kamer Motie 30 950, nr. 376, van 25 april 2024, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2024Z07545&did=2024D17375).
.
De zucht naar een verbod op Samidoun heeft een voorgeschiedenis nu juist precies in de zaak over de leus van “From the River…” etc.: in juni 2021 was aangifte gedaan tegen Samidoun Nederland-lid Thomas Hofland door een, in de Oplegnotitie van de Driehoek Regio Amsterdam-Amstelland zo aangeduide, “bekend pro-Israel activist”, vanwege het gebruik van de slogan tijdens een speech die hij gaf tijdens de jaarlijkse Nakba-demonstratie een maand eerder (Document 9 van voornoemd BJZ+59215-bijlage+3.pdf; voor meer context, zie het weblog van mogelijk die pro-Israel activist: https://www.keesbroer.nl/samidoun-thomas-gerhard-hofland/). En dat gaf aanleiding tot voornoemde rechtzaak (Gerechtshof Amsterdam 15-08-2023, K22/230121 en BJZ+59215-bijlage+3.pdf). De verdenkingen tegen de organisatie zouden komen van vooral de Duitse geheime dienst volgens welke Samidoun “een mantelorganisatie” zou zijn van “de terreurgroep PFLP” (https://www.keesbroer.nl/terrorisme/brief-aan-nrc-niet-gepubliceerd/). De zaak is hoe dan ook in Amsterdam juridisch beslecht, ten faveure van de woordvoerder van Samidoun, maar de Nederlandse politiek meent het nu toch BETER te weten dan de rechter, het OM en het LECD!
.
De navolging van Duitsland is in dit verband erg hachelijk: de Duitse staat heeft er immers (opnieuw) voor gekozen om aan de foute kant van de geschiedenis te gaan staan, te weten, aan die van de genocide (vvornoemde ICJ oordelen indachtig). Tegenstanders van Israël worden daar vrijwel automatisch bestempeld tot “antisemieten” hetgeen overigens in overeenstemming zou zijn met de richtlijnen van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) die voor de vrijheid van meningsuiting uiterst gevaarlijk is juist omdat het de staat Israël een uitzonderingspositie van straffeloosheid verleent (https://holocaustremembrance.com/resources/de-werkdefinitie-van-antisemitisme-van-de-ihra). In Duitsland is de leus “from the river to the sea, palestine will be free” dan ook wél strafbaar (https://www.aljazeera.com/news/2024/8/6/german-court-fines-woman-for-from-the-river-to-the-sea-chant; https://www.theleftberlin.com/how-germany-tries-to-ban-the-slogan-from-the-river-to-the-sea/)
.
Op 16 mei 2024 is een motie van Diederik van Dijk (SGP) met handopsteken aangenomen waarmee de regering wordt verzocht zich er in Europees verband voor in te spannen “dat organisaties zoals Samidoun op de Europese lijst van terroristische organisaties worden geplaatst” (Motie 36 476, nr.6, van 16 mei 2024, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2024Z08385&did=2024D19603). Deze motie kun je opvatten als een een vervolg op die van 25 april 2024, waarin Eerdmans (Ja21) en van Dijk (SGP) verzochten tot een verbod op Samidoun (zie boven: Motie 30 950, nr. 376). Hetzelfde koppel diende op 2 october 2024 opnieuw een motie in, die eveneens met handopsteken werd aangenomen, met de bedoeling “organisaties als Samidoun op de nationale sanctielijst terrorisme en in het CTER-register [te] plaatsen” (Motie 29279-882, d.d. 2 october 2024, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2024Z14900&did=2024D36371). Tijdens het vragenuurtje van 8 october 2024 werd door de voorzitter geconstateerd dat “de leden van de fracties NSC, de Christen-Unie, de SGP, het CDA, de VVD, BBB, JA21 en de PVV” voor deze motie hebben gestemd, zodat die is aangenomen (https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail/2024-2025/10).
.
.
Uit dit ongetwijfeld niet volledig weergegeven verloop van de criminalisering van de pro-Palestina demonstanten kunnen we goed destilleren hoe het demonstratierecht wordt ingeperkt. Dat is meteen instrumenteel voor de gestage afbraak van het internationaal recht. De afbraak is ook duidelijk te zien aan de aantijgingen tegen UNRWA en de maatregelen die Israel straffeloos blijkt te kunnen nemen tot de afbraak van deze speciale organisatie van de VN. En inmiddels is ook de secretaris-generaal van de VN door een bewindspersoon van Israel verklaard tot persona non grata! O gotspe.
Maersheimer: “It’s not like October 7th happened in a vacuum.”
De enkelvoudige agenda van het Tokkie-kabinet
Sorry. Een tirade. Ons extreem rechtse Tokkie-kabinet (fck “radicaal”) heeft de publieke zaak tot een “enkelvoudige zaak” (“one -issue”) gereduceerd. Asielzoekers weren en uitzetten, dat is de focus, tenzij ze erg op ons lijken natuurlijk, zoals de Oekraïeners. Voor de rest moet alles blijven zoals het is. Vooral voor de boeren. Intussen is Nederland medeplichtig aan de door Israël bedreven genocide, apartheid, etnische zuivering, marteling, ecocide en, kortom, totale verwoesting, verdrijving en massamoord. Na Palestina is nu ook Libanon aan de beurt. Syrië volgt weldra. Alles voor Geertje. Maar nét zo goed voor de VVD. En voor al die mensen die nog steeds met hun hoofd in de idealen van de kibbutz zijn blijven steken. Of die gewoon VS-maatjes zijn. Zodoende werken de Nederlandse politiek, de mainstream media en de dominante publieke opinie meteen ook druk mee aan de groei van een vluchtelingenstroom die nu al merkbaar is op Cyprus. Daar zijn de eerste push-backs van Libanezen al gemeld. Door dadelijk te dweilen met de kraan open, werken de pro-Israel Tokkies toe naar het faillissement van hun eigen beperkte en beroerde doelstelling. En zo bevestigen ze ons collectief moreel faillissement. Terwijl de echte problemen –– klimaat en milieu, woningnood, armoede, rechtstatelijkheid, etc. –– alleen maar verder af komen te liggen van hun denkbare oplossingen.