Een veelgeprezen olijfolie uit Stellenbosch, Zuid-Afrika, gezet in een Pugliees stilleven met Hollandsche asperges. Mmmm, merkwaardig…..
Deze olie van het Morgenster Estate in Stellenbosch is vorig jaar opgenomen in de lijst met excellente olijfolie van de internationale topoliegids Flos Olei van Marco Oreggia, samen met een Romeinse olie (frantoio romano) in de rubriek “Le azende del cuore”, d.w.z. in die van de hartstochtelijke olieproducenten (zie bijvoorbeeld, in het Italiaans, vinievino). De fles werd ons onlangs vriendelijk aanbevolen door Dennis Delicious in Badhoevedorp. Vanaf de 1990er jaren wordt het bedrijf van de Morgenster gevoerd door een geëmigreerde Italiaan (Giulio Betrand uit Biella in Piemonte) en sindsdien produceert het, behalve olijfolie, ook wederom wijnen van goede naam. Wederom, want kennelijk is het bedrijf lange tijd in het slop gebleven.
De oude wijngaarden van het Morgenster domein waren in de 1880-er jaren getroffen door de phylloxera, een plaag die zowat alle druivenstokken vernietigde in de oude wereld en blijkbaar ook Zuid-Africa. Alleen een paar valleien, hellingen en eilanden in Europa bleven buiten schot, als bij een wonder van Asterix. Na de ramp moesten overal druivenstokken uit de Nieuwe Wereld worden terug gehaald, gerepatrieerd als het ware, om de rouwende hellingen van de Oude wereld weer opnieuw te bevolken. Dit is in de kringen van historici en van wijnliefhebbers een nog steeds veelbesproken catastrofe.
Wat heeft dit alles met het gekunstelde stilleven van deze foto te maken? Dat zit zo: op dit moment, eigenlijk in de laatste drie jaar, worden de eeuwenoude olijfboomgaarden van Salento in de hak van Zuid-Italië geteisterd door een “nieuwe” bacterie, de Xylella fastidiosa, die de bomen zichzelf doen uitdrogen tot de dood erop volgt. Deze verwoestende plaag is zo’n drie jaar geleden per ongeluk geïmporteerd vanuit, jawel, de transatlantische Nieuwe Wereld. Het begon met vier besmette koffieplantjes in Gallipoli, een klassiek olijfoliecentrum waar de Nederlanders in de zeventiende en achttiende eeuw, net als de Engelsen en andere Noord-Europeanen, reeds veel van hun olijfolie vandaan haalden. De Italiaanse kranten berichten inmiddels bijna wekelijks over de verwoestende opmars van de Xylella die zich verspreidt als parasiet van mottenlarven en vooral spuugdiertjes. De Europese Unie adviseert (beveelt eigenlijk) nu al enige tijd met klem tot quarantaine met de inrichting van een cordon sanitaire in de vorm van een kaalslag vergelijkbaar met een brandgang die door het bos loopt. Maar de lokale producenten, hun bestuurders en hun omwonenden willen de monumentale boomgaarden die het adembenemend mooie cultuurlandschap zo sterk bepalen – Unesco werelderfgoed – , niet zomaar opgeven. Zoals een producent het in een video van Sergio Rizzo van de Corriere della Sera het wil: als ik naast mijn moeder’s sterfbed sta dan wil ik haar niet wurgen, ook al lijdt ze, maar dan haal ik álles en iedereen erbij om haar te redden. Ook de “groenen” in Apulië zijn verontwaardigd over de suggestie dat de oude bomen eraan zullen moeten geloven. En zo wordt de beslissing uitgesteld, in ieder geval tot december (Gazzetta del Mezzogiorno 8 mei 2015). Maar ja, het tracée van de voorgestelde brandgang is nu al twee provincies opgeschoven naar het noorden (van Lecce nu ook naar Taranto en Brindisi) en bedreigt binnenkort dus ook de DOC olie-gebieden van de provincie Bari (zoals in het bijzonder Bitonto, Mattinata etc.).
Nu kom ik terug op mijn merkwaardige stilleven: het is tijd om in actie te komen. Het zal toch hopelijk niet zo ver komen dat de bijbelse plaag van de Xylella Fastidiosa eerst de Italiaanse olijfboomgaarden verwoest en daarna ook nog de Spaanse, Griekse en Franse? Het zal toch niet zover komen dat we uiteindelijk moeten hopen dat er na de verwoesting wortelstokken en scheuten moeten worden gerepatrieerd uit een reservaat in Stellenbosch Zuid-Afrika? En hoe gaat het met de olijfbomen van California? Kunnen zij de Xylella weerstaan? (Bij deze ellende komt nog de evenzeer verontrustende omstandigheid dat ook amandelbomen, kersenbomen en andere vruchtdragende struikachtigen eveneens door deze ziekte worden getroffen.) Dit probleem gaat de hele Europese Unie aan. Ik zal er later wellicht meer over berichten als ik meer duidelijkheid heb gekregen uit de wildgroei van paniekberichten. Intussen weet ik wel dat ik van vacantie in Italië zal terugreizen met een paar blikken olie, misschien wel uit Salento ….
Nabericht 22 juni 2015. De tekst van mijn Facebook post dienaangaande.
Op dit moment [22 juni 2015] is de Groene Europarlementariër Josè Bovè, een Fransman, in Salento (de hak van Italië) bezig met een agronomisch experiment dat misschien van kolossale betekenis zal blijken te zijn. De olijfbomen van Puglia worden bedreigd door de abusievelijk geïmporteerde parasiet Xylella fastidiosa. Het probleem bestaat nu al drie jaar en de plaag verspreidt zich snel. Het vermoeden is nu dat althans één van de olijfboomrassen goed bestand is tegen de ziekte: de Leccino. Op uitnodiging van het Committee “De Stem van de Olijfboom” (Comitato Voce dell’Ulivo), voert de Franse politicus/agronoom nu kennelijk een enting uit van knoppen van het mogelijk resistente ras Leccino op de “Gigant van Allistè”, een monumentale 1500 jaar oude boom van het ras Ogliarola – een van de rassen die ten dode lijken te zijn opgeschreven. Laten we hopen dat het werkt! Link naar de artikelen in het Italiaans: http://it.geosnews.com/…/jos-bov-nel-salento-per-salvare-il… Of: http://www.lagazzettadelmezzogiorno.it/…/xylella-innestate-…
Vervolgens heeft Francine Texier Hudig mij nader geïnformeerd over José Bové in de commentaren, waarvoor mijn dank.
Zie nu voor foto’s van de operatie in località Cannatare, http://www.lecceprima.it/…/bove-innesto-leccino-ulivo…