In het voorwoord tot een anoniem pamflet uit 1714 met een verslag, voorzien van een geschiedenis en bronnenverzameling, van de deplorabele lotgevallen van de Catalanen in toenmalige tijden blijkt hoezeer een buitenlandse commentator de moed en volharding van de Catalaanse vrijheidsstrijders bewonderde – we zullen het dadelijk zien. Catalonië werd in de Spaanse Successie Oorlog door de Spanjaarden (Castilianen – zo konden ze ook in krantenberichten worden genoemd, zoals in de Gazette de Rotterdam van 7 mei 1714, en, uitwisselbaar met “Spanjaarden”, in de Oprechte Haerlemsche Courant van 28 augustus 1714, zie hieronder) en Fransen aangevallen. Na verlies van hun bondgenoten in deze (e.g. de “Grootse Alliantie”, die gericht was tegen Frankrijk, waartoe ook de Nederlandse Republiek had behoord; de steun van de Nederlanders verviel met de vrede van Utrecht in de zomer van 1713) kwamen de Catalanen opeens nagenoeg alleen te staan in hun verzet tegen de Koning van Spanje en, daarmee, het Huis van Bourbon. De Castiliaanse koning Philips [Felipe] V wilde voor eens en voor altijd afrekenen met de onafhankelijkheid van de Catalanen die toen al eeuwenlang diplomatiek “schuil gingen” achter de zogenaamde Kroon van Aragon (Ferran del Campo i Jordà e.a., Catalunya Espanya. Preguntes i responses, Norfeu: Figueres 2017, 27-36; tevens David Abulafia, The Western Mediterranean Kingdoms 1200-155. The Struggle For Dominion, Longman: London & New York, 1997, 28-35, inz. op 34, waar hij uitlegt hoe tegen 1200 de titels van de koning van Aragon en de Graaf van Barcelona in één persoon verenigd waren geraakt – Alfonso II van Aragon was dezelfde persoon als Alfonso I van Catalunya). Met een reeks decreten (“Decretos de Nueva Planta”), uitgevaardigd tussen 1707 en 1716, werden alle instituties, privileges en gevestigde rechten van de Kroon van Aragon afgeschaft en vervangen door de Castiliaanse wet (geheel zonder precedent, zie noot 1); aldus schiep Philips V een nieuw land, sterk gecentraliseerd naar Frans model (volgens het voorbeeld van zijn Bourbonse familie), met één staat, éen wet, éen taal, éen godsdienst, één volk. Spanje. In de praktische werkelijkheid moest het verzet in het oude “Aragon” (i.e. Catalonië en de Balearen) intussen nog wel worden gebroken. In 1714 werd daartoe Barcelona genadeloos gebombardeerd. Na afloop werd Catalonië aldus bezet door Castilië om gedwongen te verdwijnen door, zullen we zeggen, de door Philips V unilateraal opgelegde “Castilianisering” (voor deze gebeurtenissen heb ik mijn beweringen gebaseerd op onder andere John Payne, Catalonia, History and Culture, Five Leaves Publications: Nottingham [2004] 2009, 82 e.v.; Ferran del Campo i Jordà e.a., op.cit.). Voor veel Catalanen (in ieder geval de Catalanistas) is er nimmer een einde gekomen aan die bezetting. De heroïek van dit verzet wordt jaarlijks herdacht en gevierd op de Nationale Dag van Catalonië (Diada Nacional de Catalunya) op 11 september.
“There cannot be a more proper Treatise in Nature for the Genius of a Nation famed for LIBERTY; nor has a more memorable Instance ever happen’d of the glorious stand made in Defence of it; the Conquerors themselves may perhaps be the first that repent the dear Experience of it, and with greater Reason, then ever those who were the Authors of their Ruin, who first drew them into a War, and after abandoned them to the Mercy of an enraged Prince, whose Person and Interest they had always opposed, and from whom not the least glimpse of Mercy could be hoped. Such an Example of asserting LIBERTY may be dangerous in Arbitrary Countries, by inspiring the Distressed to seek Redress by Arms, rather than live under the perpetual Slavery of Tirannical Princes.
The very Resolution of the BARCELONIANS looked at first so Mad and Desperate, that People could not well believe they were in Earnest; and their Enemies flatter’d themselves, that the first Bomb thrown into the Town would frighten them into Submission, but have since been undecieved, and the World has a fresh Instance of the Influence of LIBERTY upon generous Minds.” The Deplorable History of the Catalans, From their first engaging in the WAR, to the Time of their Reduction. (London 1714, Preface).
Vrij houterig vertaald, wellicht, bij gebrek aan een hogere vaardigheid: “Nergens in de wereld is ooit een sterkere manifestatie geweest van de vrijheidslievende geest van een natie; evenmin is er ooit een meer gedenkwaardige instantie voorgevallen van de glorieuze weerstand ter verdediging ervan; de veroveraars zelf zouden misschien de eersten zijn om de (pijnlijk) kostbare ervaring ervan te betreuren, en met betere reden, dan ooit zij die de auteurs zijn van hun ondergang, die hen in de eerste plaats de oorlog in hadden getrokken, and die hen naderhand in de steek hebben gelaten, overgeleverd aan de genade van een woeste Prins [d.w.z. Philips V, koning van Spanje en de eerste van het Franse huis van Bourbon], tegen wiens persoon en zij zich altijd hebben verzet, en van wie nog niet een greintje genade in hoop mocht worden verwacht. Zo’n manifestatie van de gelding van vrijheid kan gevaarlijk zijn in autocratische landen [waarbij “arbitrary” slaat op arbitrair staatsoptreden, zoals bij het ontbreken van wat wij nu zouden noemen de rechtstaat], door de onderdrukte mensen te inspireren tot het zoeken van genoegdoening met geweld in plaats van te leven onder de eeuwigdurende slavernij van tirannieke prinsen. De wilsovertuiging van de Barcelonesen leek aanvankelijk zo dwaas en wanhopig, dat mensen niet licht konden geloven dat het ze ernst was; en hun vijanden vleidden zichzelf dat de eerste mortierbom die in de stad zou neerkomen de belegerden verschrikt tot overgave zou bewegen, maar zij zijn inmiddels van hun deceptie verlost, en de wereld heeft een kersverse instantie gezien van de invloed van vrijheid op vrijmoedige geesten.” Ik hoop dat de vertaling goed is gegaan en, hoe lastig ook, goed te volgen is. Zo niet, zie het origineel in het Engels hierboven.
De Catalanen hebben hun huid duur verkocht en de krantenberichten uit die tijd liegen er dan ook niet om. Lees bijvoorbeeld het volgende bericht uit de Oprechte Haerlemsche Courant van 28 augustus 1714. Van een Engels schip dat op 6 april na een reis van 11 dagen uit Tarragona was gearriveerd kwam het bericht “dat de Castilianen, ten getale van 600, tegen de Catalanen uitgezonden, door dese soodanig waren ontvangen, dat sy op de vlucht geslagen en de meeste van haer gevangen wierden: Dese tyding had d’andere Gerevolteerden seer aengemoedigt: De Barcellonesen hadden de Daken van de Huysen afgenomen, en de Stenen uit de Straten gedaen, opdat de Bomben en andere Vuuren, die daer in mochten geworpen werden, geen grote Schade souden konnen toebrengen: de Spaensse Armee konde tegen de Plaets niet ageren, soo lang als de Gerevolteerden niet onder gebracht waren: Aldaer werden bij nacht 100 Miquelets [Catalaanse militieleden] te Paert aen de zijde van het Gebergte ingekomen, na dat sy de Spaensse Voorwacht hadden neergemaeckt.” Er kwamen zelfs dus nog Catalaanse troepen van buiten door het cordon heen. In dezelfde krant lezen we hoe meerdere berichten (“adviezen”) van soortgelijke strekking via Bologna op 10 april waren aangekomen: “Al d’advysen uit Catalonien melden de grote Difficulteit, die de Spangiaerts soo te Water als te Lant hadden, om Barcelona te naderen, welcke plaets byna onverwinnelijk scheen. Het Spaensse Leger wiert dan aen d’een, dan aen de andere kant, soo door Uitvallen als door gewapende vaertuygen geallarmeert.” Op één van die uitvallen werd een Spaans eskader met bevoorradingsschepen aan de monding van de Llobregat aangevallen waarmee wapens en voedsel werd buitgemaakt door een enthousiaste troep vrijwilligers die door hun deelname behalve eeuwige roem ook belastingvrijstelling verkregen (Oprechte Haerlemsche Courant van 28 augustus 1714).
“De stad Barcelona defendeert zich nog wacker”, kon men op 15 september 1714 lezen in de Oprechte Haarlemsche Courant: “14000 Miquelets hadden sig verzamelt, om als de Spanjaards de Generale Storm souden doen, tegen de Stad t’avanceren, en haer tusschen twee vuuren te brengen. Als 800 Granadiers het muurwerck, ’t welk door de Belegerden achter de Bresschen met diepe Retrenchementen aengelegt was, waren komen recognoscereren, had men soo sterk Steenen uyt Mortiers geworpen, dat sy meest alle doot gebleven waren”. Maar we lezen dat er tegelijkertijd verse schepen en manschappen tegenover de Catalanen werden ingezet, waaronder 10.000 Fransen en een in aantal verder onvermeld gebleven versterking met Spaanse troepen. Maar terwijl de lezer in Haarlem, om het zo te zeggen, zich op de hoogte stelde van deze berichten was in de werkelijkheid de stad Barcelona inmiddels toch al gevallen op 11 september. Dat zou de lezers van de Oprechte Haarlemsche Courant pas blijken op 29 september met het bericht dat de prinses van Steenhuysen, in Brussel, in een brief van een bevriende baron aan het Franse hof had gelezen dat de verdedigers van de stad Barcelona het heel moeilijk hadden. Baron de Capres meldde “dat Barcelona verovert was, en dat de voornaemste Hoofden sig met een gedeelte van ’t Guarnizoen op ’t Fort Monjouy geretireerd hadden”. Maar de krant had ook vernomen via een brief uit Parijs van een dag later dat de grote bestorming op 11 september om 4 uur ’s ochtends had plaatsgevonden, “dat de Belegerden sig als Leeuwen gedefendeert hadden, en dat eyndelijck sy tegen de middag genoodsaeckt wierden, sig in de Nieuwe Stad te retireren, alwaer sy een witte Vaen uitstaken,” maar dat er tegen 6 uur, toen de koerier met dit nieuws vertrok, er nog niemand uit de stad tevoorschijn was gekomen (Oprechte Haerlemsche Courant van 29 september 1714). Twee weken later meldde de krant dat de inwoners van Barcelona op 18 september al hun wapens hadden ingeleverd (dat ze “gedisarmiert” waren) en dat nu ook het laatste bolwerk van verzet was gevallen, de burcht van Cardona in het binnenland, dat het bestuur was afgezet en vervangen en dat nu eindelijk alles stil was “in die Provintie” (Oprechte Haarlemsche Courant van 13 october 1714).
En zo is Catalonië in deze meest deplorabele fase van haar geschiedenis gereduceerd geraakt tot provincie van het nieuwe Spanje.
Noot 1. Met de diplomatieke unie van de Kroon van Aragon en de Kroon van Castilië die volgde uit het huwelijk tussen Ferdinand II en Isabella meer dan twee eeuwen tevoren, in 1469, ontstond er géén duurzame versmelting van de twee Kronen; zoiets was ook duidelijk niet de bedoeling (waarvoor zie David Abulafia, The Western Mediterranean Kingdoms 1200-155. The Struggle For Dominion, Longman: London & New York, 1997, 235-238). In die gelegenheidsunie lag daarom geen legitiem precedent voor de latere vernietiging van de Aragonese koningstitel.