Eigen Facebook bericht d.d. 26b februari 2015
“DM [Dis Manibus: “aan de schaduwen van de onderwereld”] Bodicacia de echtgenote heeft 27 jaren geleefd”
In Cirencester in the Cotswolds (ten western van Oxford in een driehoek met Bristol en Gloucester) zijn bij een opgraving onder een parkeerterrein inmiddels meer dan 70 graven gevonden uit de Romeinse tijd met inscripties, grafgiften en natuurlijk menselijke resten (1e -3e eeuw na Chr.). De meest recente vondst is een grafsteen met een Keltische naam, “Bodicacia”, die velen meteen doet denken aan die van Boudicca (of: Boadicea), de koningin van de Iceni (of liever gezegd: de weduwe van de laatst erkende koning van dat volk), die in het jaar 60 of 61 na Chr. de grote opstand tegen de Romeinen aanvoerde waarin de meest voorname steden van het vroeg-Romeinse Britannia Colchester, Londen en St. Albans werden verwoest. De meeste archeologen zien te veel bezwaren om de 27-jarige vrouw die daar met haar drie kindertjes was begraven te identificeren met de voorname opstandelinge die ons bekend is geworden dankzij Latijnse bronnen (Tacitus, Cassius Dio). Háár graf zou je verder naar het oosten hebben verwacht, nabij het hartland van haar volk in de Fens, als het überhaupt al tot een zichtbaar graf zou zijn gekomen aangezien ze is verslagen door de Romeinen. Op deze steen van Cirencester is een ruimte opengelaten voor het bijbikken van de naam van een echtgenoot die kennelijk nog in leven was tijdens de begrafenis van deze Bodicacia. Koningin Boudicca’s echtgenoot Prasutagus was evenwel eerder gestorven dan zij; de Romeinse onwil om het testament te respecteren gaf juist aanleiding tot de opstand. De naam van de overleden echtgenoot – en dus de verbinding waar ze haar status als leider deels aan zal hebben ontleend – staat dus niet op de steen daar waar die, gelet op de conditie van het object, nu zichtbaar had moeten zijn. Bovendien is er geen dwingende reden om te denken dat de steen wel op haar zou MOETEN slaan. Keltische namen met het component “bouda”, dat naar overwinning zou verwijzen, zouden namelijk vaker voor komen, wijd verspreid in tijd en ruimte in de Keltisch-Romeinse wereld – ik weet nagenoeg niks van het Keltisch en baseer deze bewering op Wikipedia’s stuk over Boudicca, op de vele treffers in Google met de zoektermen “bouda Celtic” en “bouda Keltisch”, en op een discussie in de Linkedin “Ancient History Group”).
Ik ben ook benieuwd of de Germaanse naam die achter “Boudewijn” steekt hiermee verwant kan zijn of dat deze veronderstelling – inderdaad – té “boud” is.
Nou goed, het is mijn discussie niet, noch mijn specialisme, maar het is altijd leuk en goed om te zien dat de (Romeinse) archeologie nog steeds zoveel plezier en verwondering bij een groot publiek weet op te wekken.
Om af the sluiten met sen aardigheidje. Een van de respondenten kwam heel leuk met een citaat van Joni Mitchell: “don’t it always seem to go, you don’t know what you’ve got ‘till its gone; they paved paradise and put up a parking lot”.
Tips. Zie het artikel in Archaeology Magazine voor specifieke informatie over de vondst en merk op aan de foto dat de steen echt intact is gevonden (http://www.archaeology.org/…/3039-150225-england-cirenceste…). Volg ook vooral de link naar de publicatie over de eerder daar reeds gevonden bronzen haan (http://www.archaeology.org/…/2517-140916-england-roman-cock…)
Archaeologists have unearthed a pristine Roman tombstone from a parking lot in western England.
http://www.archaeology.org/…/3039-150225-england-cirenceste…
(Cotswold Archaeology)