Al voldoet Macron misschien niet in alle opzichten aan zijn Grote Belofte, hij geeft wel degelijk gevolg aan zijn verkiezingsbelofte in de kwestie van de Armeense genocide door nu te pleiten voor een jaarlijkse herdenking van de Armeense genocide (zie aangehecht bericht Le Figaro 31 januari 2018). Grandioos. En niet zonder risico. De Turkse nationalisten ontkennen immers nog steeds het bestaan van deze eerste volkerenmoord van de 20e eeuw.
De Fransen hebben op dit onderwerp altijd al het voortouw genomen (de waarden van de Franse revolutie getrouw). Zo troffen we op vacantie in Frankrijk een mooi monumentje aan, aan de kop van het stadspark van Arles (zie foto).
Over beloftes in verband met Armenië gesproken: wij hebben net gisteren de gewaagde film “The Promise” gezien. Die gaat over Armeense genocide. Het verhaal van de film (en natuurlijk vooral dat van de historische context) is lange tijd te hachelijk bevonden tot de productie van 2016. De film is geheel gefinancierd door een Amerikaanse zakenman van Armeense afkomst, Kirk Kerkorian – de studio’s durfden het kennelijk niet aan. De regisseur, Terry George, had zich al eerder gewaagd aan een persoonlijk drama dat een genocide verbijzonderde: Hotel Rwanda (2004). Nog voor “The Promise” algemeen werd uitgebracht ontving de film, na slechts drie voorvertoningen voor klein publiek op het festival van Toronto, op IMDB bijna 160.000 “ratings” met een overweldigende meerderheid die de minimum-score gaven en een kleine minderheid die het maximum aantal sterren toekende. De strijd tussen “ontkenners” en “erkenners” van de Armeense genocide is dus fel gevoerd over deze film zonder dat veel mensen die hebben gezien. De vertoning ervan is dan ook niet zonder problemen.