Mijn eigen Kersttoespraak is ingegeven door mijn afkeer van de suggestie van de koning der Nederlanden dat de mensen die polariseren –– zoals de Extinction-Rebellion en Pro-Palestina demonstranten –– de lieve vrede verstoren en dat het wenselijk zou zijn om rustig naar elkaar te luisteren. “Don’t rock the boat”.
.
De koning vraagt zich (=ons) af wat er te doen is tegen “de grote wereldproblemen en de bittere conflicten”. Gaan die onze onze macht niet te boven? Zijn we daarmee machteloos? “Nee, beslist niet!”, stelt de majesteit. “Want wat we wél kunnen doen, is zorgen dat we de verbittering en de haat niet importeren in onze straten. Wéérbaar zijn tegen alles wat ons uit elkaar drijft.” (https://www.koninklijkhuis.nl/…/kersttoespraak-van-de…).
.
Met andere woorden: stop met het demonstreren tegen de inertie van de overheid op het gebied van de klimaat- en milieuproblematiek; stop met het demonstreren tegen de samenwerking met Israel en het gedogen van de bezetting, de apartheid, de moord, de gijzelneming, het landjepik en de genocide. Kortom: maak je niet zo druk over de schendingen van het internationaal recht. Stop met het bederven van onze straten met die luide polariserende negativiteit. Demonstreer gewoon fatsoenlijk op gezette tijden en netjes tussen de lijntjes van een daartoe apart gezet grasveldje langs de toegangswegen van Den Haag. Met een goed gesprek komen we er wel. Want mensen die een rotsvast vertrouwen hebben in de goedheid van de staat Israel voelen zich onbehaaglijk zodra je opkomt voor de gelding van dat recht al zijn ze er zelf feitelijk niet onveiliger door geworden–– Tot zover mijn sarcastische interpretatie van de koninklijke aanbeveling die overigens compleet overbodig is omdat de politieke en algemeen maatschappelijke goegemeente, zoals op TV te zien is, zich toch al volgens die regel gedraagt: de redactie van Van Dale heeft niet voor niets het spotlicht gezet op het woord “polarisatie”.
.
En dus laten we de boot roerloos in het water liggen. Maar het volgende is waar, luister goed naar mij (‘O fatto è chisto, statemi a sentire): als de status quo onacceptabel is, onveranderlijk, en “het gesprek” steeds zinloos blijkt te zijn, moet je wel overgaan tot “polarisatie”. Het heeft geen zin om de handen te vouwen en hoorbaar te wensen “dat mensen gewoon lief voor mekaar moeten zijn”, “dat er vrede moeten komen”, want dat verandert niks aan die vermaledijde “status quo”. In het midden is geen beweging. Tegen een bezetter helpt geen “goed gesprek”. Zou Seyss-Inquart ontvankelijk zijn geweest voor een goed gesprek met het verzet? Natuurlijk niet. Seyss-Inquart zal zich als bezetter ook gewoon het recht van zelf-verdediging tegen de Nederlandse verzetsgroepen hebben toegekend, net zoals alle militaire bezetters dat in de wereldgeschiedenis plegen te doen tegen de acties EN de INTENTIES van vrijheidsstrijders. Dit resulteert dan typisch genoeg in “preventieve zelfverdediging” gekenmerkt door collectieve bestraffing ter vergelding en ter afschrikking, met gijzelaars, bloedbaden en territoriale expansie. Het Romeinse Rijk is er groot mee geworden. Dit alles KAN het Nederlands algemeen publiek niet “outlandish” toeschijnen –– denk maar aan het lot van de mannen uit Putten. Het patroon is verankerd in het collectief geheugen van een samenleving die zelf ooit heeft moeten knokken voor de bevrijding. Een bevrijding die uiteindelijk van buitenaf werd mogelijk gemaakt. Dus waarom moeten we “kalm” blijven en met elkaar “in gesprek gaan” over de vraag of Israel wel of niet moet GEHOORZAMEN aan het internationaal recht?
.
Noot. “‘O fatto è chisto, statemi a sentire” is ontleend aan het gedicht “‘A Livella” van Totó, Antonio de Curtis