Ik werd op het bestaan van dit beeld geattendeerd door een online publicatie van het Beeldblog Brekend. “Deze foto uit 1839 wordt algemeen beschouwd als de eerste selfie die ooit is genomen. Ver voordat het begrip bestond. Ver voordat duckfaces bestonden. De Amerikaanse scheikundige en fotografiepioneer Robert Hinnieser Cornelius (1809-1893), zoon van een Nederlandse immigrant, nam hem. Hij heeft er een tikkeltje langer voor moeten poseren dan tegenwoordig nodig is met je mobiel: een hele minuut.” (Brekend.nl, 26 november 2013)
Fascinerend. Je ziet hier een gewone jongeman, die je zo maar zou kennen uit de kroeg, maar hij heeft zichzelf 174 jaar geleden vereeuwigd zonder opsmuk, in een tijd die we beter kennen van de heroïsche schilderijen met zoveel pathos en gedragen symboliek. Deze foto is genomen toen mensen nog in leven waren die met Napoleon op veldtocht waren geweest; nog zoveel als 21 jaar vóór Giuseppe Garibaldi in een brutale bliksemaanval heel Zuid-Italië zou veroveren om het aan de koning van Piemonte te geven; toen in Engeland Isambard Kingdom Brunel de monumentale spoorwegen naar The West Country net aan het bouwen was; een jaar nadat de bedrogen Cherokee gedwongen werden om, ondanks al hun systematische pogingen om met hun tijd mee te gaan in Georgia, op hun laatste tranen de wildernis van Oklahoma in te lopen (The Trail of Tears); en ongeveer in dezelfde tijd waarin, op een ander continent en om een beduidend minder meelijwekkende reden, de Nederlandstalige boeren van Zuid-Afrika diep landinwaarts trokken, met al hun hebben en houden, om zich te onttrekken aan het Britse gezag (de Grote Trek); juist in het jaar waarop de koppige koning van het jonge Koninkrijk der Nederlanden eindelijk moest erkennen dat hij België had verloren. Met deze foto kijk je de geschiedenis diep in de ogen.