De Amsterdamse rondvaartbootvergunningenloterij – Een Facebook tekstje

Zonder echt rekening te hebben willen houden met de duurzame waarde verzonken in een bestaande vloot en, daarmee, de gevestigde commerciële belangen van veterane ondernemers, heeft de gemeente Amsterdam de markt voor toervaart in de Amsterdamse grachten gisteren willen open gooien met een “loting”. Jawel, goed bestuur leer je bij de Postcode loterij!

Nu heb ik zojuist het woord “duurzaam” gebruikt in de oorspronkelijke betekenis (“van lange duur”) en dat kan verwarring wekken; want ik begrijp dat men de vloot wil “verduurzamen” in de zin van “vergroenen” door onder andere de boten te (laten) elektrificeren. Maar moest die doelstelling nu persé worden gekoppeld aan dat andere oogmerk, te weten, de bevordering van de eerlijke concurrentie op deze markt? De Europese Unie (of althans het een of andere orgaan daarvan) bepaalde kennelijk dat nieuwe rederijen (of althans rederijen die nieuw zijn voor dit vaargebied) ook tot de Amsterdamse grachtengordel moesten worden toegelaten. Dit viel uiteraard goed bij de neoliberalen in de stad, maar zouden ze nu echt blij moeten zijn met de resulterende slachting onder de Amsterdamse rederijen?

Verwarring lijkt me het passende trefwoord voor de hele procedure van gisteren. Een loting met een voorselectie vol dubbelzinnigheden geplaagd gecombineerde en deels tegenstrevende doelstellingen.

Want als verduurzaming van de vloot tegen 2020 nu echt de bedoeling was, hoe kan het dan worden verantwoord dat een rederij als ’t Smidtje buiten de boot is gevallen nadat die nu juist een boel “vergroende” schepen in de vaart heeft gebracht? De weging per categorie die bij de loting is toegepast is klaarblijkelijk vertroebeld door tegenstrijdigheden; in milieutechnisch opzicht duurzame scheepjes (van toch nog bijna een miljoen euro per stuk) konden niettemin worden afgewezen op grond van de “beeldbepalende” eigenschappen.

“Zo hoorde Tomas de Smidt van de middelgrote rederij [‘t] Smidtje met tranen in zijn ogen dat al zijn acht schepen boven de 14 meter niet meer welkom zijn in de binnenstad. Zelfs de schepen die hij recent met subsidie van de gemeente had omgebouwd tot elektrisch aangedreven zijn niet beeldbepalend genoeg.” (http://www.volkskrant.nl/…/-slachting-in-amsterdamse-grach…/). Andere kleine rederijen – en laten we wel wezen, dat is de kostwinning van een boel mensen – zijn eveneens afgewezen en uitgeloot. Dus terwijl de iconische rondvaartboten uit de 1960er jaren zijn gered op grond van hun beeldbepalend belang, is een gerenoveerde salonboot uit 1927 geweerd. (En zou men erin geslaagd zijn het ijkpunt voor dat beeldbepalende belang te koppelen aan het feit dat de grachtengordel UNESCO Werelderfgoed is? De boten van Kooij en Lovers waren er evenmin in de 17e eeuw. Maar dit terzijde.)

De ramp is groot. Het Parool meldt dat de oude trekschuit van 1880 het ook niet heeft gered: “Ook de oudste boot van de stad, trekschuit de Hildebrand uit 1880 van Rederij de Nederlanden, moet de grachten uit”. (http://www.parool.nl/…/rederijen-moeten-boten-naar-schroot…/)

En zo is een notaris die deel uitmaakt van een kantoor dat het Griekse woord voor “schipper” (“nauta”) in zijn naam draagt instrumenteel geworden in het zinken van de “notarisboten” van weleer. Waarom werden sommige salonboten zo genoemd? Dat weet Feliz te vertellen!